§2.3 Lichtbundels - 2H2 - vrijdag 10/9

§2.3 Lichtbundels
Lesplanning:

  1. Opstart
  2. Opgaven §2.3
  3. Quiz §2.1 t/m 2.3
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§2.3 Lichtbundels
Lesplanning:

  1. Opstart
  2. Opgaven §2.3
  3. Quiz §2.1 t/m 2.3

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les kan je m.b.v. de spiegelwet tekenen hoe een evenwijdige lichtbundel veranderd in een convergente of divergente lichtbundel.

Slide 2 - Slide

Opgave 33

Slide 3 - Slide

Aan de slag
Opgave 25 t/m 29, 31 en 34
p. 48


Bespreken opgave 26 en 29

Slide 4 - Slide

Een zéér kleine lichtbron (een zogenaamde puntbron) verlicht een voorwerp. Op de muur achter het voorwerp ontstaat een schaduw van het voorwerp. Deze schaduw heeft geen kernschaduw.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Het water van een buitenzwembad, waar veel in gezwommen wordt, zal het zonlicht diffuus weerkaatsen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

De voetballer loopt in de richting van de
pijl. Welke schaduwen worden langer?
A
Ze blijven allemaal even lang.
B
Schaduw 1 en 2
C
Schaduw 3 en 4
D
Ze worden allemaal langer.

Slide 7 - Quiz

Welk nummer geeft de hoek van terugkaatsing weer?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

De lichtstraal weerkaatst op een vier spiegels en komt uit bij een deur waarachter de schat ligt. Achter welke deur ligt de schat.
A
De deur linksboven.
B
De deur links van het midden.
C
De deur rechts van het midden.
D
De deur rechtsonder.

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent

Slide 10 - Quiz


A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent

Slide 12 - Quiz

De hoek van inval is 65 graden, dan is de hoek van terugkaatsing ..... graden
A
25 graden
B
65 graden
C
130 graden
D
Dat kun je niet zeggen je hebt de normaal niet

Slide 13 - Quiz

Wat gebeurt er met de schaduw als het voorwerp verder van de muur komt in het lamplicht
A
de schaduw wordt groter
B
de schaduw wordt kleiner
C
de schaduw blijft even groot

Slide 14 - Quiz

2. Waar is de schaduw het donkerst
A
Tussen B en C
B
Tussen A en B
C
Tussen C en D
D
Tussen B en D

Slide 15 - Quiz

Wat is juist?
A
A is die hoek van inval, B is de hoek van terugkaatsing, deze zijn altijd even groot.
B
A is die hoek van inval, B is de hoek van terugkaatsing, de hoek van uitval is altijd groter.
C
A is die hoek van terugkaatsing, B is de hoek van inval, deze zijn beide altijd even groot
D
A is die hoek van terugkaatsing, B is de hoek van inval, de hoek van inval is altijd groter

Slide 16 - Quiz

juist/onjuist
Nummer 1 geeft de hoek van inval weer?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Kan de vrouw zichzelf
helemaal zien in de
spiegel?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Herhaling 

Slide 20 - Slide

Gezichtsveld via de spiegel

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide