4.1 Meetkundige begrippen

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

 Meetkundige begrippen

Meetkundige begrippen

Aan het einde van de les ken je meer meetkundige begrippen. 

• basisbegrippen (punten, lijnen, vlakken) 
• windrichtingen (Noord, Oost) 
• namen van vlakke en ruimtelijke figuren (cirkel, balk)

Wat weet je al over meetkundige begrippen?

Vlakke figuren

Tweedimensionale vormen: vierkanten, rechthoeken, cirkels, driehoeken.

Driedimensionale objecten: 

Loodrecht en evenwijdig

• Lijnen die elkaar onder een rechte hoek.
• 
  
• Lijnen die dezelfde richting hebben zijn evenwijdig.

Eigenschappen figuren

Lijnen kunnen evenwijdig zijn of  een rechte hoek maken.

Rechte hoek

Rechte hoek en evenwijdig betekent hetzelfde.

1. Waar
2. Niet waar

evenwijdige lijnen

1. raken elkaar nooit
2. staan loodrecht op elkaar
3. snijden elkaar
4. kruisen elkaar

Ik heb nu twee lijnen in mijn hand hoeveel standen kunnen ze allemaal ten opzichte van elkaar hebben

tegelijkertijd op het board teken 1D-2d-3d

vakken op een kaart 

met coördinaten

                                                              de coördinaten

horizontaal letters

verticaal cijfers

In welk vak ligt 

Amsterdam?

En waar Lissabon?

In welk vak ligt Amsterdam?
En Lissabon?

Windrichtingen

Sleep de windrichtingen naar de juist plek.

N

Z

W

O

NO

ZW

NW

ZO

Welke windrichting ligt op de windroos recht tegenover het noordoosten?

1. noordwesten
2. zuidoosten
3. zuidwesten
4. zuiden

Aan het werk met FFrekenen.... 

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Hoe heb je de les ervaren?
Tips/tops