20 11 2020

Lesdoel:
Herhaling woordsoorten:
lidwoorden, zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, werkwoorden, voorzetsels, persoonlijk voornaamwoorden en bezittelijk voornaamwoorden.




1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesdoel:
Herhaling woordsoorten:
lidwoorden, zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, werkwoorden, voorzetsels, persoonlijk voornaamwoorden en bezittelijk voornaamwoorden.




Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Welke
dj
treedt
morgen
hier
op
tijdens
het
festival?

Slide 6 - Drag question

Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
persoonlijk vnw
bezittelijk vnw
voorzetsel
lidwoord
zelfstandig nw
bijvoeglijk nw
jouw
gekke
tante
is
in
de
tuin

Slide 7 - Drag question

Sleep de woorden naar je juiste categorie woordsoorten.
lw
znw
bnw
vz
ww
De
eekhoorn
klom
in
de
hoge
boom.

Slide 8 - Drag question

zinsdelen
woordsoorten
onderwerp
lijdend voorwerp
persoonsvorm
gezegde
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
voornaamwoord

Slide 9 - Drag question

Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
persoonlijk vnw
bezittelijk vnw
voorzetsel
werkwoord
zelfstandig nw
Zij
willen
op
jouw
fiets

Slide 10 - Drag question

Sleep de woorden naar je juiste categorie woordsoorten.
Ik
mijn
lw
znw
bnw
vz
ww
ga
met
vrolijke
vriendin
naar
muziekles.

Slide 11 - Drag question

Aan het werk
5.7->  ga verder met de opdracht waar je bent gebleven
Klaar? Test je zelf van 4.7 en 5.7
Klaar? Versterk je zelf

Slide 12 - Slide