Een echte Bicker > groep 7/8

Verplichte instructie begrijpend lezen
  • Ga jongen - meisje zitten.
  • Je pakt een tekst.
  • Je pakt een potlood.
  • Schrijf met potlood je naam op het blad.
  • Je gaat klaar zitten voor de instructie.

1 / 31
next
Slide 1: Slide
LezenBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Worksheets

Items in this lesson

Verplichte instructie begrijpend lezen
  • Ga jongen - meisje zitten.
  • Je pakt een tekst.
  • Je pakt een potlood.
  • Schrijf met potlood je naam op het blad.
  • Je gaat klaar zitten voor de instructie.

Slide 1 - Slide

Wat is het doel van deze les?

Slide 2 - Mind map

Doel van de les
Ik kan vragen beantwoorden over een tekst.

Slide 3 - Slide

Een echte Bicker
Geschreven door: Arend ten Dam
Het grote Rijksmuseumvoorleesboek

Slide 4 - Slide

Les 1: Wat zegt de tekst?
Doel: 
  • Aan het eind van de les kan ik het verhaal navertellen. Ik kan vertellen wat er in het begin, midden en eind van het verhaal gebeurt. 
  • Ik weet waarom de titel van het verhaal 'Een echte Bicker' is. 

Slide 5 - Slide

Verdeel het verhaal
  • begin - midden - eind
  • Schrijf in je eigen woorden wat er in het midden verteld wordt en aan het eind. 

Slide 6 - Slide

Evaluatie

Slide 7 - Slide

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 8 - Slide

Les 2: Hoe wordt het in de tekst gezegd?


Doel: Ik kan vertellen hoe Gerard eruit ziet en wat voor jongen hij is. Ik maak hierbij gebruik van bewijzen uit de tekst. 

Slide 9 - Slide

Zoek bewijzen uit de tekst om Gerard te beschrijven.

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Verplichte instructie begrijpend lezen
  • Je zorgt dat je weet wat het doel is waaraan we werken. 
  • Je iPad zit in je vak.
  • Ga op je vaste plek zitten. 
  • Je pakt je eigen tekst en een kleurpotlood. 
  • Je gaat klaar zitten voor de instructie.

Slide 13 - Slide

Doel van de les

Ik kan achterhalen hoe dingen in de tekst gezegd worden.  

Slide 14 - Slide

Herhaling
Verhaal: 'Een echte Bicker'
Geschreven door: Arend van Dam
Uit: 'Het grote Rijksmuseumvoorleesboek'

Slide 15 - Slide

Hoe wordt het in de tekst gezegd?
  • Wie is Gerard Bicker? 
  • Hoe ziet Gerard eruit?
  • Wat is hij voor jongen? 

  • Zoek bewijs en streep het aan met een kleur.

Slide 16 - Slide

Hoe wordt het in de tekst gezegd?
Tekst hardop lezen in je tweetal. 
Kijk welk bewijs je kunt vinden op de volgende vragen en streep het aan met een kleur:

  • Wie is Gerard Bicker?
  • Hoe ziet Gerard eruit?
  • Wat is hij voor jongen? 

Slide 17 - Slide

Hoe wordt het in de tekst gezegd?
Extra opdracht: 
Kijk of je bewijs kunt vinden op de volgende vragen en streep het aan met een andere kleur:

  • Waarom heeft de schrijver voor deze titel gekozen? (geel)
  • Wanneer speelt het verhaal zich af? (rood)

Slide 18 - Slide

Wie is Gerard Bicker?
Hoe ziet hij eruit en wat is hij voor jongen?

Slide 19 - Mind map

Extra opdracht

Slide 20 - Slide

Waarom heeft de schrijver voor deze titel gekozen?

Slide 21 - Mind map

Wanneer speelt het verhaal zich af?

Slide 22 - Mind map

Afsluiting

Slide 23 - Slide

Welke afbeelding past het best bij deze tekst denk jij?
Een echte Bicker

Slide 24 - Drag question

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 25 - Slide

Hoe wordt het in de tekst gezegd?
  • Hoeveel mensen zijn in het atelier aanwezig aan het begin van de tekst? 

  • Zoek bewijs.

Slide 26 - Slide

Les 2: Hoe wordt het in de tekst gezegd?


Doel: Ik kan vragen beantwoorden over de tekst. Daarbij kan ik bewijzen vinden in de tekst.  

Slide 27 - Slide

Werkvorm: Zoek iemand die...

  • Waarom heeft de schrijver voor deze titel gekozen? 
  • Wanneer speelt het verhaal zich af?
  • Wie is Gerard?

Slide 28 - Slide

Wie is Gerard?

Slide 29 - Mind map

Les 3: Wat is de diepere betekenis van de tekst? 


Doel: Ik kan een mening vormen over de vader van Gerard Bicker. Daarbij kan ik argumenten gebruiken.  

Slide 30 - Slide

Werkvorm: Vier hoeken
Stelling: 'De vader van Gerard was een nare man'



helemaal eens - eens - oneens - helemaal oneens

Slide 31 - Slide