De peuter: 2.

HOOFDSTUK 5: DE PEUTER
DE PEUTER
1 / 33
next
Slide 1: Slide
PsychologieSecundair onderwijs

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

HOOFDSTUK 5: DE PEUTER
DE PEUTER

Slide 1 - Slide

Waarom worden kleuters zindelijk rond de 2,5 à 3 jaar?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

2. De cognitieve ontwikkeling

- Overgang van de sensomotorische naar preoperationele fase rond de leeftijd van 2 jaar. 
- De taak van preoperationele fase = de ontwikkeling van actieve taalgebruik.

2.1 De taalontwikkeling
1 tot 1,5 jaar gebruik van de eerste woordjes.
   - Een combinatie van klanken.
   - Eerste woordjes = herhaalde lettergrepen, zoals "mama," "papa,".
   - Eén woord voor een volledige zin.












Slide 4 - Slide

2. De cognitieve ontwikkeling

2.1 De taalontwikkeling
1,5 tot 2 jaar gebruik van een uitbreiding van de woordenschat.
   - Enkele honderden woorden.
   - "Wat"-vragen stellen.
   - Tweewoordenzinnen gebruiken.
   - Groei zelfbewustzijn van het kind: "ik", "mijn", "niet", "nog",... 











Slide 5 - Slide

2. De cognitieve ontwikkeling

2.1 De taalontwikkeling
- 2 tot 2,5 jaar: Meerwoordzinnen
  - Zinnen van drie of meer woorden.
  - Zinnen zijn vaak grammaticaal onjuist, maar dit is een natuurlijk onderdeel van de    taalontwikkeling.
"ooh beetje morst stoute Basje" 
"nee, niet karretje, stoel!" 
"Kijk Miel korreltjes geeft konijntjes". 
--> NIET NODIG OM TELKENS TE VERBETEREN!











Slide 6 - Slide

2. De cognitieve ontwikkeling

2.1 De taalontwikkeling
- 3 à 4 jaar: vloeiende taalvaardigheid
   - Bijna foutloos praten.

Opmerkingen
     - Aanmoedigen van taalontwikkeling zonder te veel te corrigeren om angst voor fouten te voorkomen.
     - Actieve betrokkenheid van volwassenen bij de taalontwikkeling van het kind.
     - Een kind rond 3 à 4 jaar zou bijna foutloos moeten praten.











Slide 7 - Slide

Hoe kunnen we de taalontwikkeling stimuleren?

Slide 8 - Open question

2. De cognitieve ontwikkeling

2.2 Voorlezen voor peuters.

Neem eens allemaal de boekjes die je mee hebt genomen. 
Zorg dat je per twee à drie personen een boekje hebt om te lezen.














Slide 9 - Slide

Wat valt je op als je naar de boekjes kijkt?

Slide 10 - Open question

Hoe zien de tekeningen eruit?

Slide 11 - Open question

2. De cognitieve ontwikkeling

2.2 Voorlezen voor peuters.
  • Bekijk de drie afbeeldingen, uit drie verschillende voorleesboekjes, op de volgende drie   dia's.
  • Beantwoord daarna de vragen.










Slide 12 - Slide

Afbeelding 1

Slide 13 - Slide

Afbeelding 2

Slide 14 - Slide

Afbeelding 3

Slide 15 - Slide


1. Waar gaan de drie verhaaltjes over?
2. Wie is telkens de hoofdpersonage uit de drie verhaaltjes?
3. Wat maken de hoofdpersonages, uit de verhaaltjes, mee?

Slide 16 - Open question


ANTWOORDEN OP VRAGEN VAN DE VORIGE DIA.

1. De verhaaltjes gaan alle drie over zindelijkheidstraining.
     
2. Afbeelding 1: Het potje (Van wie is dit potje?)
2. Afbeelding 2: Konijn (Op je potje, Konijn.)
2. Afbeelding 3: Fien

3. Afbeelding 1: Niemand weet waarvoor het potje dient tot Tim eraan komt en er pipi op doet.
3. Afbeelding 2: Anna wil dat Konijn op het potje gaat. Maar dat lukt niet. Anna weet al heel  
    goed hoe het wel moet. Ze gaat het leren aan konijn.
3. Afbeelding 3: Op een dag had mama een potje meegebracht voor Fien. Fien wist niet wat
    ze ermee moest doen. Ze gaat op zoek.

Slide 17 - Slide


4. Omschrijf de tekenstijl van de leesboekjes.

Slide 18 - Open question



ANTWOORDEN OP VRAGEN VAN DE VORIGE DIA.

4. Deze tekening is niet zoals de tekeningen van de twee andere tekeningen uit de twee andere boekjes.

De kenmerken van een goed getekend peuterleesboekje:
  - Duidelijke lijnen.
  - Eenvoudige figuren.
  - Weinig details.
  - Heldere kleuren.
  - Beperkt aantal figuren of voorwerpen per pagina.
                 

Slide 19 - Slide



Kijken naar filmpjes voor peuters 

--> zie werkblad op Smartschool! 
                 

Slide 20 - Slide

5. Wat zijn de voordelen van boekjes voorlezen ten opzichte van filmpjes kijken? (Denk daarbij aan de verschillende ontwikkelingsgebieden.)

Slide 21 - Open question


VOORDELEN VAN EEN BOEKJE LEZEN TEGENOVER EEN FILMPJE KIJKEN.

- Lichamelijke ontwikkeling
   * De peuter kan zijn fijne motoriek oefenen door de blaadjes om te draaien.

- Socio-emotionele ontwikkeling
   * Voorlezen biedt kans tot een gezellig contact tussen volwassene en peuter. 
   * Heel wat boekjes behandelen emotioneel geladen thema’s, zoals angst, woede of jaloezie.

- Cognitieve ontwikkeling
   * Je kan je aanpassen aan het niveau van de peuter. 
   * Je kan inspelen op de reacties van de peuter. 
   * Zo leer je de peuter woordenschat en kennis over de wereld.

Slide 22 - Slide

2. De cognitieve ontwikkeling

2.2 Voorlezen voor peuters.
Hiernaast kan je 3 video's terugvinden over het voorlezen aan peuters van 1 tot en met 3 jaar.
  • Voorlezen rond 1 jaar.
  • Voorlezen rond 2 jaar.
  • Voorlezen rond 2.5 jaar.

Bron van de verschillende video's: 'Samen genieten van voorlezen.', websites: https://www.youtube.com/watch?v=nI3dopFTkFI / https://www.youtube.com/watch?v=vO4_osxOhf0 / https://www.youtube.com/watch?v=WPgBbmVG_iU (geraadpleegd op 28/12/2023)










Slide 23 - Slide

Probeer eens twee tips te geven over hoe je het beste kan voorlezen voor peuters (p. 77)

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Video

2. De cognitieve ontwikkeling

2.2 Tips voorlezen voor peuters. 











Slide 26 - Slide

2. De cognitieve ontwikkeling

2.2 Tips voorlezen voor peuters. 











Slide 27 - Slide

2. De cognitieve ontwikkeling

2.2 Tips voorlezen voor peuters. 











Slide 28 - Slide

2. De cognitieve ontwikkeling

2.2 Tips voorlezen voor peuters. 











Slide 29 - Slide

2. De cognitieve ontwikkeling

2.2 Tips voorlezen voor peuters. 











Slide 30 - Slide

2. De cognitieve ontwikkeling

2.2 Tips voorlezen voor peuters. 











Slide 31 - Slide

2. De cognitieve ontwikkeling

2.2 Tips voorlezen voor peuters. 











Slide 32 - Slide

2. De cognitieve ontwikkeling

2.2 Tips voorlezen voor peuters. 











Slide 33 - Slide