Checklist par. 7.3 vraag 27 productie wordt ...(1) productie wordt ...(2)
A
1 kapitaalintensiever
2 arbeidsintensiever
B
1 kapitaalintensiever
2 arbeidsextensiever
C
1 kapitaalextensiever
2 arbeidsintensiever
D
1 kapitaalextensiever
2 arbeidsextensiever
Slide 2 - Quiz
Checklist par. 7.3
Vraag 33: arbeiders worden vervangen door machines
vraag 34 en 29:
door innovatie stijgt de arbeidsproductiviteit en dalen de loonkosten per product. Het bedrijf kan de prijzen verlagen. Dit leidt tot meer vraag van klanten --> meer productie --> meer werknemers nodig
Slide 3 - Slide
Loonkosten per product
Loonkosten per werknemer
Loonkosten per product = ---------------------------------
Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit steeg met 10%, Loonkosten stegen met 8%. Loonkosten per product daalden met 1,82%
Slide 4 - Slide
Loonkosten per product
ic Loonkosten per werknemer
ic Loonkosten per product = ------------------------------- x 100
ic Arbeidsproductiviteit
ic Loonkosten per product = 108 / 110 x 100 = 98,18
dus een daling van 1,82%
Slide 5 - Slide
grafiek blz. 184 de loonkosten per product ...(1) in 1975 en ..(2) in 2009
A
1 daalden
2 daalden
B
1 daalden
2 stegen
C
1 stegen
2 daalden
D
1 stegen
2 stegen
Slide 6 - Quiz
grafiek blz 184 In welk jaar daalden de loonkosten per product?