Weerstand parallel.
De vervangingsweerstand wordt kleiner dan
de kleinste weerstand.
Voorbeeld:
Gegeven: parallelschakeling met weerstanden van 40Ω, 65Ω en 20Ω.
Gevraagd: vervangingsweerstand.
Oplossing: 1/𝑅𝑣 = 1/𝑅1 + 1/𝑅2 + 1/𝑅3 = 1/40 + 1/65 + 1/20
= 13/520 + 8/520 + 26/520 = 47/520
Rv = 520 :47 = 11,06Ω = 11Ω