This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
§2 Risicofactoren
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
tijdgebonden criminaliteit
plaatsgebonden criminaliteit
Te klein geboren kinderen weggooien
Pistool bij je hebben
internet
fraude
overspel
abortus
Slide 3 - Drag question
Je houdt geen rekening met anderen
Schade die je kunt berekenen in geld
Een strafbaar feit dat minder erg is
Gevolgen die je niet in geld uit kunt drukken
Alle misdrijven zoals die in de wet staan
Een ernstrig strafbaar feit
Criminaliteit
Asociaal
Materiële schade
Overtreding
Misdrijf
Immateriële schade
Slide 4 - Drag question
Materiële gevolgen
Immateriële gevolgen
Kosten omdat er is ingebroken
Hogere prijzen voor producten en diensten
Gevoel van angst en onveiligheid
Morele verontwaardiging
Gevaar van eigenrichting
Kosten voor bestrijding criminaliteit
Normvervaging
Slide 5 - Drag question
Er zijn verschillende redenen waarom iemand de criminaliteit ingaat:
Individuele oorzaken:
Stoer doen
Geldgebrek
Gezinsproblemen
Verslaving
Psychische problemen
Drop out = school verlaten zonder diploma
Slide 6 - Slide
Er zijn verschillende redenen waarom iemand de criminaliteit ingaat:
Maatschappelijke oorzaken:
Kleine pakkans: hoe kleiner de kans om betrapt te worden, hoe groter de kans dat je iets crimineels doet
2. Normvervaging: als veel mensen een bepaalde norm overtreden gaan wij dat normaal vinden. Wij zien het dan niet meer als iets crimineels. (Bijvoorbeeld te hard rijden)
Slide 7 - Slide
3. Minder sociale controle: omdat mensen minder op elkaar letten, plegen ze sneller criminaliteit
4. Grote stad: daar wordt meer criminaliteit gepleegd
Slide 8 - Slide
Individuele oorzaken criminaliteit
Maatschappelijke oorzaken criminaliteit
stoer doen
verslaving
Kleine pakkans
Geldgebrek
Minder sociale controle
Slide 9 - Drag question
wat moet je doen
Invultekst paragraaf 2 maken + eigen voorbeelden verzinnen
let op maak 4de lijntje bij maatschappelijke oorzaken