Online les H2 Voca A + Grammaire B

Online les H2 Voca A + Grammaire B
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Online les H2 Voca A + Grammaire B

Slide 1 - Slide

Répétition:
Wat is een bijwoord en hoe maak je het in het Frans

Slide 2 - Open question

Faites de la musique, fête de la musique
Waar denk je aan?

Slide 3 - Mind map

Corrige lire A

Exercice 5a
1 Voor iedereen / open voor iedereen die van muziek houdt.
2 In straten en op pleinen van steden en dorpen / buiten / in de open lucht.

Exercice 5b
A, je krijgt informatie over verschillende aspecten van het festival.

Exercice 5c
Wie: Jack Lang en Maurice Fleuret / de minister van cultuur en de directeur van Muziek en Dans
Wat: ontstaan van het Fête de la Musique / Fête de la Musique
Waar: overal / buiten / in meer dan 100 landen
Wanneer: 21 juni / 21 juni 1982
Waarom: muziek eren
Hoe: gratis / door professionnele musici en amateurs


Exercice 5d
1 A
2 A, D
3 A - op het Fête de la Musique kan iedereen muziek maken en het is open voor iedereen / D – het is een feest voor iedereen en het is om de muziek te eren.


Exercice 5e
1 The Band MooZ.
2 In de haven van Toulon / naar de band PhylThy Blues.
3 Aix-en-Provence / bij het stadhuis van Aix-en-Provence.
4 François Hollande / Aix-en-Provence.

Slide 4 - Slide

Grammaire B - page 64
  • 3 onregelmatige werkwoorden --> 5 tijden
  • Werkwoorden die op dezelfde manier worden vervoegd 

Slide 5 - Slide

Welke van deze drie werkwoorden kan jij al vervoegen / herken jij?

Slide 6 - Mind map

Regardez la page 64.
Comment former les verbes?

Slide 7 - Open question

pouvoir (kunnen)
Présent: rijtje uit je hoofd leren ( ik kan)
Passé composé: avoir + pu ( ik heb gekund)
Imparfait: pouv + uitgangen ais, ais, ait, ions, iez, aient  (ik kon)
Futur simple: pourr + uitgangen ai, as, a, ons, ez, ont ( ik zal kunnen)
Conditionnel : pourr + uitgangen ais, ais, ait, ions, iez, aient (ik zou kunnen)

Slide 8 - Slide

décrire (beschrijven)
Présent: rijtje uit je hoofd leren ( ik beschrijf)
Passé composé: avoir + décrit ( ik heb geschreven)
Imparfait: décriv + uitgangen ais, ais, ait, ions, iez, aient  (ik beschreef)
Futur simple: décrir + uitgangen ai, as, a, ons, ez, ont ( ik zal beschrijven)
Conditionnel : décrir + uitgangen ais, ais, ait, ions, iez, aient (ik zou beschrijven)

Slide 9 - Slide

servir ((op)dienen)
Présent: rijtje uit je hoofd leren ( ik dien op)
Passé composé: avoir + servi ( ik heb opgediend)
Imparfait: serv + uitgangen ais, ais, ait, ions, iez, aient  (ik diende op)
Futur simple: servir + uitgangen ai, as, a, ons, ez, ont ( ik zal opdienen)
Conditionnel : servir+ uitgangen ais, ais, ait, ions, iez, aient (ik zou beschrijven)

Slide 10 - Slide

Imparfait:
Nous ______ions
A
sers
B
serv
C
sert
D
servir

Slide 11 - Quiz

Présent:
je _______
A
peut
B
peux
C
pout
D
poux

Slide 12 - Quiz

Futur Simple:
ils/ elles __________ont
A
décrir
B
décriv
C
décris
D
décrit

Slide 13 - Quiz

Passé composé (pouvoir):
vous ________ ______________
A
avez pu
B
ont pu
C
avez pu(e)(s)
D
pu

Slide 14 - Quiz

dormir, servir, sentir : Combineer blauw met rood
vous
nous
il/ elle/ on
je
ils
elle
sentez
dors
est sortie
sert
servons
sentent

Slide 15 - Drag question

Voca A
https://quizlet.com/_99mgkb?x=1qqt&i=1vav1o

Slide 16 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 17 - Mind map

Les devoirs
Fais exercice24

Slide 18 - Slide