§ 4 De machtige kerk

§ 4: De machtige kerk
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§ 4: De machtige kerk

Slide 1 - Slide

In deze les leer je:
  • waarom kerken belangrijk waren in de middeleeuwen
  • welke verschillen er zijn tussen de bouwstijlen romaans en gotiek
  • welke ideeën er waren over het leven na de dood 
  • wat heiligen zijn
  • welke opvattingen er waren over joden en ketters 

Slide 2 - Slide

'Memento Mori'


  • In de Middeleeuwen waren de meeste mensen in Europa christenen
  • Het leven was heel erg gericht op het leven na de dood: kwam je in de hemel of in de hel
  • Daarom was het motto: Memento Mori: gedenk te sterven.
  • Al tijdens het leven moest boete gedaan worden voor zonden
  • Boete kun je doen door om vergeving te bidden of om de kerk geld of goederen te schenken. 
  • Een zonde is iets doen wat God verboden had (bijv. stelen, liegen)

Slide 3 - Slide

Leven na de dood
Na de dood waren er drie mogelijkheden:
1. Hemel: zonder zonden? Dan onmiddelijk in de hemel (maar dat gold voor bijna niemand)
2. Hel: bij heel zondig leven: eeuwig branden in de hel.
3. Vagevuur: na je dood moest je boete doen voor je zonden in het vagevuur. Hoe meer je al had geboet tijdens je leven, hoe korter het verblijf in het vreselijke vagevuur. Daarna kon je alsnog naar de hemel.

Slide 4 - Slide

Bidden en Heiligen
  • Doel bidden = bescherming, stuen of vergeving vragen aan God, Jezus, Maria of een heilige.
  • Heilige = iemand die voor het geloof is gestorven en die na zijn/haar dood mensen hielp.
  • In veel kerken waren relikwiën (overblijfselen van heiligen) die daar werden vereerd.

    Reliekhouder met daarin een bot van een heilige. 

    Slide 5 - Slide

    Bedevaart
    Je kon een aflaat voor afkoop van alle zonden verdienen als je op bedevaart ging naar een heilige plek.

    Pelgrim: iemand die op bedevaart gaat.


    Slide 6 - Slide

    Hoe noem je de plek waar je terecht komt als je niet in de hemel, maar ook niet in de hel komt?

    Slide 7 - Open question

    Hoe konden mensen aan een afbeelding of beeld zien welke heilige het was?
    A
    Doordat de naam erbij stond
    B
    Elke heilige had een ander gezicht
    C
    Elke heilige had zijn eigen attributen
    D
    Zij hoefden dat niet te weten. Heilig is heilig.

    Slide 8 - Quiz

    De kerk werd enorm rijk. Wat was daarvan GEEN oorzaak?
    A
    Mensen moesten 1/10 van hun inkomen afstaan
    B
    Velen schonken hun bezit aan kerk of klooster
    C
    Voor een doop of huwelijk moest je belasting betalen
    D
    Koningen moesten 1/10 van hun land afstaan

    Slide 9 - Quiz

    Hoger, beter, mooier


    • Mensen wilden erg graag na hun dood in de hemel komen.
    • Om hun God te eren bouwden ze grote kerken.
    • Ook konden ze zo laten zien hoe rijk de stad was.
    • Het geld voor de bouw kwam van schenkingen van de gilden of giften van mensen.
    • De belangrijkste en grootste kerken noem je kathedralen

    Slide 10 - Slide

    Organisatie van
    de kerk
     een dorp of stadswijk  had een eigen kerk en een eigen priester.


    Dorpen en steden in een bepaald gebied vormen een Bisdom. Een Bisdom werd bestuurd door een Bisschop = baas over de pastoors in het Bisdom.


    Bisschoppen werden benoemd door de Paus = Hoofd van de katholieke kerk (Rome)

    Slide 11 - Slide

    Slide 12 - Video

    Bekijk het plaatje. Welke bouwstijl is dit?
    A
    Romaans
    B
    Gotisch

    Slide 13 - Quiz

    Welke bouwstijl?
    A
    Romaans
    B
    Gotisch

    Slide 14 - Quiz

    Welke bouwstijl?
    A
    Romaans
    B
    Gotisch

    Slide 15 - Quiz

    Wie is het hoofd van de katholieke kerk?
    A
    Bisschop
    B
    Paus
    C
    Kardinalen
    D
    Priester

    Slide 16 - Quiz

    Hoe noem je de geestelijke die de kerkdiensten voor de gelovigen verzorgt?
    A
    Priester
    B
    Monnik
    C
    Bisschop
    D
    Kardinaal

    Slide 17 - Quiz

    Ketters en inquisitie


    • Ketterij = mensen die afweken van de officiële kerkelijke leer.
    • Inquisitie =  kerkelijk rechtbank - ketters op de brandstapel
    • Andere inhoud van het geloof, joden, homoseksueel, wetenschappers..

    Slide 18 - Slide

    video pest

    Slide 19 - Slide

    0

    Slide 20 - Video

    In onze tijd heeft de pest geen kans meer.... Waarom niet?
    A
    De besmette vlooien zijn uitgestorven
    B
    We worden ingeent tegen de pest
    C
    Door de uitvinding van een antibioticum en medicijnen
    D
    We hebben minder last van ratten in de steden

    Slide 21 - Quiz

    Wat was geen oorzaak voor de snelle verspreiding van de pest?
    A
    De steden waren dichtbevolkt en vies.
    B
    Er was veel handel tussen steden.
    C
    Mensen luisterde niet naar de adviezen van de overheid.
    D
    Mensen hadden geen idee hoe de ziekte zich verspreidde.

    Slide 22 - Quiz

    De pest wordt veroorzaakt door
    A
    een virus
    B
    een bacterie

    Slide 23 - Quiz

    Wat is een andere benaming voor de Pest.
    A
    De Rattenziekte
    B
    De Zwarte Dood
    C
    De Vlooienziekte
    D
    De Zwelling Dood

    Slide 24 - Quiz

    De Pest is een voorbeeld van een zoönose
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 25 - Quiz

    Er stierven miljoenen mensen aan
    de pest. Waardoor maakte de pest
    zoveel slachtoffers?
    A
    De mensen dachten dat de pest een straf van God was. Daarom wilden ze de zieken niet helpen, want ze dachten dat God dan nog bozer zou worden.
    B
    Alleen arme mensen stierven aan de pest. Dat kon de rijke mensen weinig schelen en dus kregen de arme mensen geen hulp.
    C
    Men wist niet wat de oorzaak van de ziekte was. Daardoor kon er geen goede manier bedacht worden om de ziekte uit te roeien.

    Slide 26 - Quiz

    Joden
    • In de Middeleeuwen vonden de mensen de Joden 'vreemd' en 'onbetrouwbaar'.
    • Zo zouden zij het drinkwater hebben vergiftigd met de pest.
    • Joden moesten vaak in andere delen van de stad wonen (getto's), mochten geen eigen grond bezitten en ze mochten geen lid zijn van een gilde.
    • Daarom hadden ze vaak beroepen als: handelaar, bankier of juwelier.
    Als er in een middeleeuwse stad de pest uitbrak of er was een misdrijf gepleegd, dan werden de Joden vaak als schuldigen aangewezen. Het gevolg was een pogrom: een uitbarsting van Jodenhaat. De huizen van de Joden werden geplunderd en vernield. De Joden zelf werden mishandeld.

    Slide 27 - Slide

    huiswerk
    leren 4c
    maken vragen 4c

    Slide 28 - Slide

    Aflaat 
    Brief die je van de paus kon kopen waarop stond dat een aantal zonden vergeven waren.
    Hierdoor verbleef je korter in het vagevuur.

    Hier verdiende de paus veel geld mee.

    Slide 29 - Slide

    Kerkenbouw
    Na 1000 worden overal in Europa kerken gebouwd.

    Bouwstijl: Romaans

    Slide 30 - Slide

    Kenmerken Romaanse bouwstijl
    • kleine ramen
    • dikke muren
    • rond gewelf of koepel

    gewelf = gebogen plafond

    Slide 31 - Slide

    Gotische kerken
    Na 1200 nieuwe bouwstijl: Gotiek

    Kenmerken
    - grote hoge ramen
    - spitse bogen
    - glas in lood ramen

    Slide 32 - Slide

    Slide 33 - Slide


    Heksen
    • Dingen die misgingen waren vaak de schuld van mensen van wie men dacht dat ze zich bezighielden met zwarte magie.
    • Er werd gezocht naar een zondebok, iemand die je de schuld kunt geven.
    • Deze zondebokken werden vaak gevonden in mensen die andere gewoonten hebben.
    • Zo werden sommige vrouwen (én mannen) van hekserij beschuldigd.

    Slide 34 - Slide


    Vervolging van heksen
    • Om heksen te 'ontmaskeren' werden de meest vreselijke ondervragingen en proeven gebruikt.
    • Zo werden heksen gewogen of in het water gegooid om te kijken of ze te licht waren (en dus bleven drijven).
    • Heksen werden verbrand om er zeker van te zijn dat de duivel werd uitgedreven.
    Vermoedelijk zijn er in Europa ongeveer tussen 1450 en 1650 ongeveer 60.000 mannen en vrouwen als 'heks' terechtgesteld. Opvallend is dat de heksenvervolging eigenlijk pas aan het einde van de Middeleeuwen plaatsvond.

    Slide 35 - Slide


    Bijgeloof



    • Er gebeurden veel dingen om hen heen die zie niet begrepen: natuurrampen, hongersnoden, ziektes en overlijden.
    • De mensen vroegen hulp aan de kerk, maar die kon hen niet altijd helpen
    • Daarom waren de mensen erg bijgelovig: ze probeerden met allerlei middeltjes ervoor te zorgen dat dingen toch goed gingen.

    Slide 36 - Slide