Trede 1De eerste trede van de pijnladder omvat niet-opioïde pijnstillers. Dit zijn voornamelijk:
1. Paracetamol: Dit is een veelgebruikte pijnstiller die effectief is bij lichte tot matige pijn en koorts. Het heeft weinig bijwerkingen bij normaal gebruik.
2. NSAID's (Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs): Deze ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, naproxen, en diclofenac, worden gebruikt voor pijn die gepaard gaat met ontstekingen.
Deze medicijnen vormen de basis voor pijnbestrijding en worden vaak gecombineerd om een beter effect te bereiken.
Trede 2
De tweede trede van de pijnladder omvat zwakwerkende opioïden. Deze worden gebruikt wanneer niet-opioïde pijnstillers uit de eerste trede onvoldoende verlichting bieden. Enkele veelgebruikte medicijnen in deze categorie zijn:
Codeïne: Dit medicijn vermindert de pijn door de pijnsignalen naar de hersenen te blokkeren.
Tramadol: Dit werkt op een vergelijkbare manier als codeïne, maar is iets sterker en kan ook worden gebruikt bij zenuwpijn.
Trede 3
De derde trede van de pijnladder omvat sterkwerkende opioïden. Deze worden gebruikt wanneer de pijn zo ernstig is dat de medicijnen uit de eerste en tweede trede onvoldoende verlichting bieden. Enkele veelgebruikte medicijnen in deze categorie zijn:
Morfine: Dit is een krachtige pijnstiller die vaak wordt gebruikt bij ernstige pijn, zoals na operaties of bij kanker.
Oxycodon: Dit medicijn is vergelijkbaar met morfine en wordt vaak voorgeschreven voor hevige pijn.
Fentanyl: Dit is een zeer sterke opioïde die vaak in pleistervorm wordt gebruikt voor langdurige pijnbestrijding.
Methadon: Dit wordt soms gebruikt voor chronische pijn en heeft een lange werkingsduur.
Deze medicijnen kunnen aanzienlijke bijwerkingen hebben, zoals misselijkheid, obstipatie, en sufheid. Het is belangrijk om deze medicijnen onder strikt medisch toezicht te gebruiken.
Coanalgetica
Bij zorgvragers met pijn zijn er vaak meerdere (psychische) factoren die meespelen bij de pijnbeleving, bijvoorbeeld angst, stress, verdriet, rouw, ongemak en slapeloosheid. Deze factoren kunnen ertoe bijdragen dat de pijnpoort verder opengaat en meer prikkels doorlaat. Directe pijnstillers alleen kunnen de pijn dan niet voldoende onder controle houden. Coanalgetica kunnen in dat geval meehelpen. Coanalgetica zijn bijvoorbeeld angstremmende medicijnen, slaapmiddelen, anti-epileptica en neuroleptica. Deze medicijnen werken dus niet rechtstreeks op de pijn in, maar ondersteunen de pijnstillers.