vwo1 theorie h.1 personen beschrijven

  • We bekijken eerst het tweede werkblad van spelling en bespreken de opdrachten.

  • We bekijken de theorie over het beschrijven van personen in een boek.

  • We oefenen met een fragmentje.

  • Jullie gaan zelf aan de slag met het beschrijven van personages.


1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

  • We bekijken eerst het tweede werkblad van spelling en bespreken de opdrachten.

  • We bekijken de theorie over het beschrijven van personen in een boek.

  • We oefenen met een fragmentje.

  • Jullie gaan zelf aan de slag met het beschrijven van personages.


Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Personen beschrijven


uiterlijk

karaktereigenschappen
kenmerken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

hoofdpersonen
bijfiguren
De belangrijkste persoon in het verhaal (soms zijn er meer hoofpersonen in een boek).
Deze personen zijn minder belangrijk en je leert hen minder goed kennen dan de hoofdpersoon.
Deze persoon wordt uitgebreid beschreven. Je leert deze persoon van binnenuit kennen.
Een bijfiguur heeft een bepaalde rol in het verhaal. De bijfiguur kan een helper of tegenstander zijn.
Deze persoon heeft een belangrijk probleem of een opdracht of een doel.
Een helper helpt de hoofdpersoon bij het oplossen van zijn probleem.
Een tegenstander maakt het de hoofdpersoon vaak moeilijk.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Personen beschrijven

Als je een persoon in een verhaal beschrijft, let je op:

1. het uiterlijk van de persoon (lichaam, gezicht, haar, kleding). 
    het lichaam: mager postuur, normaal postuur, stevig, brede schouders;
    het gezicht: opvallende neus, rimpels, blauwe ogen, kuiltje in de wangen;
    het haar: krullend haar, steil haar, kalend, kort haar; donker haar;
    de kleding: een hoody, een petje, trainingsbroek, spijkerbroek.
     
  • Soms wordt er in een boek veel over het uiterlijk gezegd, soms maar heel weinig.



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Personen beschrijven

2. belangrijke kenmerken zoals:

    de leeftijd van je personage
    de gezondheid van het personage
    de situatie van je personage (op het moment dat je erover leest):
    is het personage arm of rijk?

Deze kenmerken hebben invloed op een personage.
    Denk aan de hoofdpersoon Linus (van mr. Orange)




Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


De hoofdpersoon is ziek en moet geopereerd worden. Wat kom je te weten van haar gedachten hierover?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Personen beschrijven

3. de karaktereigenschappen die je ontdekt door te letten op wat iemand
    doet, zegt en denkt.


aardig
gemeen
verlegen
vrij
eigenwijs
gehoorzaam
piekert veel
zorgeloos
agressief
zoekt vrede
open, spontaan
gesloten, geremd
snel in paniek
kalm
angstig
dapper
voorzichtig
onvoorzichtig
opvliegend
beheerst zichzelf

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions


Wat kom je te weten van het uiterlijk van Driss?

Slide 10 - Open question

Driss is groot en  gespierd en ziet er uit als een bokser.
Adidas trainingsbroek - handen in zakken.

Wat kom je te weten van het karakter van Driss?

Slide 11 - Open question

stompt Valentijn, niet heel aardig (maar bedoelt het gemeen volgens Jessica.)
Hij heeft erg korte spanningsboog, is Valentijn snel vergeten.
Hij gedraagt zich als een gorilla.

Wat kom je te weten van het uiterlijk van Valentijn?

Slide 12 - Open question

Valentijn:
lichaam als basisschoolleerling



Wat kom je te weten van het karakter van Valentijn?

Slide 13 - Open question

Hij is technisch en goed in wiskunde. Moeilijke som geen probleem of uitleggen hoe een dieselmotor werkt, is geen probleem voor hem. Een simpel gesprekje (met een meisje) kan hij niet.
Zelf aan de slag

  • Maak opdracht 16 op blz. 27, 28 en 29
  • Neem maandag een leesboek mee dat je niet eerder gelezen hebt.
  • We gaan lezen tijdens de les en starten met de eindopdracht van dit hoofdstuk (cijfer).

Slide 14 - Slide

This item has no instructions