Week 50: 23 fictie Helden en schurken

23 fictie Helden en schurken
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

23 fictie Helden en schurken

Slide 1 - Slide

Deze week
Maandag: Instructie helden en schurken 
Donderdag: Voorbereiden presentatie + kort verhaal
Vrijdag: Lezen + voorbereiden presentaties
(Maandag): Presentaties

Weektaak 18 december
Leren: hoofdstuk 23 
Maken:  1,2,5 t/m 10 en een presentatie

Slide 2 - Slide

Helden en schurken 
Hst 23
Je leert wat de kenmerken zijn van helden en schurken en wat de rol is van helden in de maatschappij

Je leert wat een antiheld is. 

Slide 3 - Slide

Woordweb
  • Wat is een woordweb?
  • Waarom een woordweb?
  • Hoe maken we een woordweb?

Slide 4 - Slide

 Woordweb 
Pak een vel papier
Je werkt alleen
In het midden schrijf je "held"
Maak een woordweb


timer
4:00

Slide 5 - Slide

 Woordweb 
Draai  je blad om
Nu denk je na over een schurk
Maak hiervan ook een woordweb

Schurk 

timer
4:00

Slide 6 - Slide

Delen
timer
3:00

Slide 7 - Slide

Kenmerken van helden in verhalen (hst 23)

Zijn een voorbeeld voor anderen;
Uitvergrote versies van onszelf;
Hebben kracht, moed, doorzettingsvermogen;
Krijgshaftig (dapper, strijdlustig), slim;
Hebben (vaak) een supertalent of superkracht.

Schurken
(hst 23)

Tegenpool van de held;
wil de held zo moeilijk mogelijk maken;
ze zijn superslecht



Slide 8 - Slide

De antiheld?

Slide 9 - Slide

Nu jij: hoofdstuk 23
Maak opdracht 1,2, 5 t/m 10
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Welkom!
Welkom 

Etui, planner, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Deze week
Maandag: Instructie helden en schurken 
Donderdag: Voorbereiden presentatie + kort verhaal
Vrijdag: Lezen / boekopdracht + voorbereiden presentaties
(Maandag): Presentaties

Weektaak 18 december
Leren: hoofdstuk 23 
Maken:  1,2,5 t/m 10 en een presentatie

Slide 12 - Slide

Opdracht (wat)
Presentatie
Geef in je presentatie antwoord op de volgende vragen:
  1. Is jouw held een echte held of een idool? Leg uit waarom.
  2. Welke eigenschappen (minimaal 3) van deze persoon zorgen ervoor dat hij/zij een held voor je is? (gebruik theorie H23)
  3. Heeft jouw held ook te maken met een antiheld en/of een schurk? Leg uit.
  4. Welke overeenkomsten hebben je held en jij?
Opdracht (hoe)

  • Maak een ppp of filmpje waarin je laat zien wie jouw held is.
  • Donderdag en vrijdag onder de les voorbereiden ( als het niet af is werk je thuis verder)
  • Je presenteert in een groepje van 4

timer
10:00

Slide 13 - Slide

Lezen kort verhaal 
Tijdens het lezen:
Wie is volgens jou de held?
Wie is de schurk? 

Na het lezen:
Op wie zou je willen lijken en waarom? 

Slide 14 - Slide