vwo 3 - W19 - Kapitel 5 Lektion 2/3

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Herzlich Willkommen! 
ACHTUNG!
Handy ins Hotel!
Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!
Laptop schließen!

1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Herzlich Willkommen! 
ACHTUNG!
Handy ins Hotel!
Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!
Laptop schließen!

Slide 1 - Slide

Die Planung!
  • Text zusammen lesen [Aussprache üben]
  • Lektion 3 machen
  • Gibt es noch Fragen?

Slide 2 - Slide

Du lernst...:
  • de keuzevoorzetsels te vertalen en je weet wanneer ze zorgen voor de 3e en de 4e naamval.
  • het geslacht van Duitse zelfstandige naamwoorden te bepalen.
  • de ich- und ach-laut uit te spreken.

Slide 3 - Slide

Keuzevoorzetsels: wanneer wordt de 3e naamval gebruikt?
A
Er wordt een beweging uitgedrukt.
B
Als je de vraag 'wer?' kunt stellen.
C
Er wordt een toestand uitgedrukt.

Slide 4 - Quiz

Keuzevoorzetsels: wanneer wordt de 4e naamval gebruikt?
A
Er wordt een beweging uitgedrukt.
B
Als je de vraag 'wer?' kunt stellen.
C
Er wordt een toestand uitgedrukt.

Slide 5 - Quiz

Keuzevoorzetsels: welke vraag stel je om de 3e naamval te bepalen?
A
Je kunt vragen 'Wann?'
B
Je kunt vragen 'Wo?'
C
Je kunt vragen 'Wohin?'

Slide 6 - Quiz

Keuzevoorzetsels: welke vraag stel je om de 4e naamval te bepalen?
A
Je kunt vragen 'Wo?'
B
Je kunt vragen 'Wohin?'
C
Je kunt vragen 'Was?'

Slide 7 - Quiz

Kapitel 4 - Lektion 1-Ü. 8, 9, 10
Übung 8
  • Das Flugzeug steht auf d___ Frankfurter Flughafen (m).
  • Ich stelle das Fahrrad vor d___ Garage (v).
  • Er sitzt den ganzen Tag vor d___ Fernseher (m).

Übung 9: besprechen wir zusammen. Welche Wechselpräpositionen muss man verwenden?

Macht jetzt Übung 10 auf den Seiten 13 und 14. 

Slide 8 - Slide

Die Planung!
  • Prüfung aus Prüfungswoche 3 besprechen
  • Keuzevoorzetsels erklären
  • Grammatik üben 
Auchtung!
Am Donnerstag, dem 21. April:
s.o. Lesebuch!
ALLE SPULLEN VOORIN NEERLEGGEN!

Slide 9 - Slide

Ich kann
nieuwe woorden over boeken, muziek en films in het Duits te gebruiken door middel van vertalings- en combinatieopdrachten.
JA
NEIN

Slide 10 - Poll

Ich kann
informatie te vinden en begrijpen in alledaags materiaal.
JA
NEIN

Slide 11 - Poll

Periode 4 - Duits
- Planner op
- Grammatikübersicht mache ich noch!
Tijdens deze periode:
  • Hoofstuk s.o. 
  • Lees s.o. 
  • Leestoets 3 (Donnerstag, den 2. Juni)
  • Repetitie toetsweek 4 (Donnerstag, den 16. Juni)

Slide 12 - Slide

Modale WW & naamvallen
Aufgabe kontrollieren
  • 1 willst
  • 2 kann
  • 3 sollt
  • 4 wissen
  • 5 muss
  • 6 darf
  • 7 wollen
  • 8 kann
  • 9 wisst
  • 10 Magst
  • 1 welchen
  • 2 dieses
  • 3 eine
  • 4 Unser
  • 5 Alle
  • 6 Jedes
  • 7 unsere
  • 8 keine
  • 9 Mein
  • 10 ein
Leerdoelen:
Je kunt de modale werkwoorden vervoegen en in de zin plaatsen.
Je kunt de 1e en 4e naamval bepalen.
Je kunt de juiste uitgang invullen.

Slide 13 - Slide

TA3B:
Aus Lektion 4:
x Aufgabe 3 afmaken, 7, 9

x Lernbox 1, 2, 4 (Dui-Nl)
x Lernbox 3 (Nl-Dui)
x Grammatikübersicht A, B, C
x Klassendeutsch

Slide 14 - Slide

1
2
3
4
Grammatik
Zeitangaben
Grammatik
Hausaufgaben

Unterrichtsstunde Deutsch
Arbeitsblatt machen
sehe
nochmal wiederholen
Aufgabe von gestern kontrollieren
 

Slide 15 - Slide