9.3 Het ruggenmerg + 9.4 De hersenen

Hoofdstuk 9 Regeling
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 9 Regeling

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen
Uitleg basisstof 9.3 + 9.4
Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Het verschil tussen zintuigen en prikkels. Sleepvraag 
Zintuigen
Prikkels
Lichtzintuig
Gehoor- zintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Warmtezintuig
Muziek luisteren
Appeltaart ruiken
Vuurwerk kijken
Een klap voelen
Snoep proeven

Slide 3 - Drag question

Wat is GEEN functie van het zenuwstelsel
A
Het verwerken van impulsen
B
Het regelen van de werking van spieren
C
Het maken van prikkels
D
Impulsen versturen

Slide 4 - Quiz

Welk onderdeel van het zenuwstelsel is GEEN onderdeel van het centraal zenuwstelsel
A
Ruggenmerg
B
Grote hersenen
C
Hersenstam
D
Zenuwen

Slide 5 - Quiz

Hoe noem je de signaaltjes waarmee je zenuwstelsel communiceerd?
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Stroompjes
D
Hormonen

Slide 6 - Quiz

In welke volgorde gaat waarnemen?
A
impuls - hersenen - impuls - actie - prikkel
B
prikkel - actie - impuls - hersenen - impuls
C
impuls - actie - impuls - prikkel - hersenen
D
prikkel - impuls - hersenen - impuls - actie

Slide 7 - Quiz

Celkern
Cellichaam
Uitlopers

Slide 8 - Drag question

bewegingszenuwcel
gevoelszenuwcel
schakelzenuwcel

Slide 9 - Drag question

Wat is de functie van schakelcellen?
A
geleiden van zintuigcellen in je huid naar het centrale zenuwstelsel.
B
geleiden van het centrale zenuwstelsel naar je handspieren.
C
Impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel.

Slide 10 - Quiz

Wie vangen de prikkels op?
A
gevoelszenuwen
B
zintuigen
C
bewegingszenuwen
D
centrale zenuwstelsel

Slide 11 - Quiz

Leerdoelen
 
- Je kunt de delen van het ruggenmerg noemen met hun functies en kenmerken.
- Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken.
- Je kunt de invloed van medicijnen, alcohol en drugs op het zenuwstelsel beschrijven en de risico’s van het gebruik van verslavende middelen noemen.
Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 12 - Slide

Ruggenmerg
= Verbindt de zenuwen en hersenen met elkaar. En wordt beschermd door de wervelkolom.
Tussen 2 wervels komt aan 2 kanten een zenuw uit het ruggenmerg.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Grijze en witte stof
Grijze stof --> Cellichamen van schakelcellen en bewegingszenuwcellen
Witte stof --> hierin liggen veel uitlopers 

Slide 15 - Slide

Vliezen om het ruggenmerg:
- hierdoor schuurt het ruggenmerg niet tegen het bot van de wervels
-bescherming tegen infecties
Zenuwknopen
= verdikkingen naast het ruggenmerg waar de cellichamen van gevoelszenuwcellen in liggen
Gemengde zenuwen splitsen zich buiten het ruggenmerg.
Bewegingszenuw --> verlaten lichaam aan de buikzijde
Gevoelszenuw --> komen binnen aan de rugzijde 

Slide 16 - Slide

-De uitlopers van gevoelszenuwcellen zijn verbonden met schakelcellen in de grijze stof.

Slide 17 - Slide

Onderdelen hersenen 
  • Hersenstam : basis
              overlevingsfuncties
  • Kleine hersenen : fijne
             motoriek, houding en
             evenwicht, nieuwe informatie
  • Grote hersenen : geheugen,
              emotie, planning, logisch 
               redeneren, verwerking  
               impulsen 

Slide 18 - Slide

Grote hersenen
Spelen een rol bij:
Bewuste* bewegingen
Bewuste* waarnemingen
Nadenken
Emoties
Onthouden


*bewust = nadenken van tevoren

Slide 19 - Slide

Kleine hersenen
Alle bewegingen van je lichaam worden op elkaar afgestemd = coördineren van bewegingen
 
(bal opvangen die wordt aangegooid).

Slide 20 - Slide

Hersenstam
De hersenstam verbindt het ruggenmerg met de hersenen.

Impulsen van en naar het hoofd en hals gaan via de hersenstam. 

Regelt belangrijke processen: ademhaling, temperatuur, hartslag en bloeddruk. 

Slide 21 - Slide

Aantekening 



Grote hersenen: Bewuste waarneming
Kleine hersenen: zorgt voor coördinatie 
Hersenstam: geleid impulsen van het ruggenmerg naar hoofd en hals en andersom

Slide 22 - Slide

Aan het (huis)werk

Lees blz. 130 t/m 138
Maak opdracht 1 (WB), 2, 4, 5, 6

Klaar?
Begrippen flitsen
Test jezelf 8.1 + 8.2 + 8.3









Slide 23 - Slide