This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
13 februari -- 4.1 Leven op het platteland
Studieplanner
Lesboek in online methode
Aantekeningenschrift
Laptop geopend in lessonup
Slide 1 - Slide
Huiswerk maandag 20 februari
Maak H4.1 (B boek) opdracht 1 t/m 10
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Leer je:
Je kunt beschrijven hoe de economie in de vroege middeleeuwen in West-Europa veranderde en die veranderingen verklaren.
Je kunt beschrijven hoe een middeleeuws domein eruitzag.
Je kunt uitleggen hoe het hofstelsel werkte en welke plaats horigen/lijfeigenen in dat stelsel hadden.
Slide 3 - Slide
Leven op het platteland
Paragraaf 4.1 vanaf blz. 17
timer
7:00
timer
5:00
Slide 4 - Slide
In welke periode valt de tijd van de monniken en ridders? Van....tot....
Slide 5 - Open question
Wat was een domein?
A
Kasteel van de leenheer
B
Land waar de leenmannen wonen, vlakbij het grote huis van de leenheer.
C
Al het gebied van Karel de Grote
D
Landgoed dat wordt beschermd door een leenheer
Slide 6 - Quiz
De val van het Romeinse rijk zorgt voor grote economische veranderingen in Europa. Wat is een belangrijke oorzaak van deze veranderingen?
A
De landbouw leverde steeds meer op
B
Landbouwsamenleving
C
Jager-verzamelaars samenleving
D
Stedelijke samenleving
Slide 7 - Quiz
De organisatie van de economie
Na vertrek van Romeinse soldaten zochten boeren bescherming
Ze zochten bescherming bij een rijke boer
In ruil voor bescherming gaven de boeren hun grond af
Machtige boer werd heer van een domein
Slide 8 - Slide
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Slide 9 - Slide
Economische verandering
Geen handel meer want veel te onveilig
Er is dus niets meer te krijgen in de stad.. je wil toch eten he;)
Vlucht naar het platteland:
Mensen op het domein maken alles zelf
Geen geld meer nodig > Hoe kom je dan aan andere spullen?
Slide 10 - Slide
Het domein: Landgoed van de heer
Bestond uit drie delen:
het vroonland, was het woongebied van de domeinheer zelf >opbrengst domeinheer
het hoeveland, woonden de andere boeren. Kleinere stukjes land, die elk door een boer en zijn gezin werden bewerkt. >opbrengst deel boeren deel domeinheer
Woeste gronden, bossen en rivieren die noten en wild(vis) opleverden. Wie krijgt dit?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Autarkie = zelfvoorzienend
geen handel meer, dus
de mensen maakten hun spullen meestal zelf, met materialen uit de directe omgeving.
Als een economie zelfvoorzienend is, spreken we van autarkie.
Slide 13 - Slide
De boeren
Boeren zochten bescherming, ruilden met hun grond
De boeren waren horigen geworden. Een deel van de oogst was voor de heer.
Slide 14 - Slide
Verschillen
Een duidelijk verschil tussen de heer en de andere boeren.
De heer > militaire verdediging
De boeren > op het veld moesten werken.
Minst vrije boeren > de lijfeigenen> een soort slaven: ze waren eigendom van de heer. Ze hadden geen bezit en moesten als boerenknechten het land van hun heer bebouwen.
Slide 15 - Slide
Economisch systeem = Hofstelsel
Het hofstelsel, waar de horigen in ruil voor bescherming:
werkten op stukjes land die ook eigendom van de heer waren
een deel van hun opbrengst moesten afstaan aan de heer (de pacht)
Het domein niet mochten verlaten zonder toestemming van de heer
herendiensten verrichtten (allerlei klussen op het land of de hoeve van de heer).
Slide 16 - Slide
De horigen moesten allerlei onbetaalde klusjes voor de heer doen. Die klusjes werden herendiensten genoemd.
Slide 17 - Slide
Plichten horigen
-Pacht betalen in natura
(= deel van de oogst)
-Herendiensten verlenen
-Deel van het land van de heer bewerken
-Op het land van de heer blijven
Plichten heer
-Bescherming bieden aan de horigen
- Oorlog voeren
- Gebied/domein besturen
Slide 18 - Slide
Het hofstelsel:
Slide 19 - Slide
Wat was een domein?
A
Kasteel van de leenheer
B
Land waar de leenmannen wonen, vlakbij het grote huis van de leenheer.
C
Al het gebied van Karel de Grote
D
Landgoed dat wordt beschermd door een leenheer
Slide 20 - Quiz
Maken
Opdrachten 4.1:
1 tm 10
Slide 21 - Slide
Wie was de baas van een domein?
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een heer
D
De Romeinse keizer
Slide 22 - Quiz
Wat is allemaal van de Heer?
A
Alle grond in het domein
B
Alle huizen in het domein
C
Alle spullen in het domein
D
A, B en C zijn allemaal goed.
Slide 23 - Quiz
Hoe noem je de boeren die op een domein werken?
A
Horigen
B
Doven
C
Gewoon, boeren
Slide 24 - Quiz
Wat is een ander woord voor horige?
A
Baas
B
Hofstelsel
C
Akker
D
Boer
Slide 25 - Quiz
Wat hoort niet bij het hofstelsel ?
A
Heer
B
Horige
C
Domein
D
Geestelijke
Slide 26 - Quiz
Het systeem van heren en horigen die samenleven op een domein heet ...
A
Herendiensten
B
Vazalliteit
C
het Hofstelsel
D
het Drieslagstelsel
Slide 27 - Quiz
Onbetaald werk dat moet worden gedaan voor een heer
A
Domein
B
Horige
C
Privilege
D
Herendienst
Slide 28 - Quiz
1. Horigen zijn halfvrije boeren. 2. Horigen mochten het domein verlaten.