herhaling: schrijfregel 1 en 2
Gebruik van hoofdletters
- Begin elke zin met een hoofdletter.
- Schrijf namen met hoofdletters.
Gebruik van leestekens
- Zet achter een gewone zin een punt.
- Zet achter vragende zinnen een vraagteken.
- Zet achter een uitroep een uitroepteken.