V4 K1 H meervoud zelfst naamwoord

Meervoud zelfstandig naamwoord
1 / 6
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 6 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Meervoud zelfstandig naamwoord

Slide 1 - Slide

De hoofdregels voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden luiden:
1 Mannelijk:      umlaut + e                   der Ball, die Bälle

2 Vrouwelijk:    + (e)n                             die Farbe, die Farben; die Frau, die Frauen

3 Onzijdig:        + e                                   das Haar, die Haare











Slide 2 - Slide

De hoofdregels voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden luiden:
4 Mannelijke en onzijdige woorden die eindigen op el, en, er blijven in het meervoud doorgaans onveranderd.
 
der Löffel, die Löffel
das Mädchen, die Mädchen
der Fahrer, die Fahrer


Slide 3 - Slide

De hoofdregels voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden luiden:
- Bij vrouwelijke en onzijdige woorden treedt net als in het Nederlands verdubbeling van de n of s op: die Freundin, die Freundinnen; das Ereignis, die Ereignisse.

5 Veel woorden op a, i, o, y:
                         + s die Kamera, die Kameras; das Auto, die Autos

Slide 4 - Slide

De hoofdregels voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden luiden:
Let op:

- Bij au komt de umlaut op de a:  der Bauch, die Bäuche.

- Als een vrouwelijk woord eindigt op e, el, er, krijgt het meervoud alleen een n:  
die Gitarre, die Gitarren; die Trommel, die Trommeln; die Schwester, die Schwestern.

Slide 5 - Slide

Alles klar?

Slide 6 - Slide