havo 2 Kapitel 3 Mehrzahl

• Duits
• Secondary Education

havo 2 Kapitel 3 Mehrzahl

Herzlich wilkommen!

Was machen wir heute? 

• Grammatik
• Wortschatz

Lernziel:

• Je kent de hoofdregels voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden

Nach dem Lernen: Welches Wort findest du am schwierigsten?

Waar denk je aan bij het meervoud?

Hoe maken we in het Nederlands de meervoudsvorm? (denk aan vrouw, baby, museum (2 mogelijkheden), groente, twee en politicus)

Wat weet je al van het Duits? Welk geslacht krijgt in het MV een -e (en mogelijk umlaut)?

Wat weet je al van het Duits? Welk geslacht krijgt in het MV een -n, -en of -nen?

Wat weet je al van het Duits? Welk geslacht krijgt in het MV een -e?

Wat weet je al van het Duits? Van gebeurt er met woorden in het mv die in het ev op -en, -el, -er eindigen?

Het meervoud bij het mannelijk geslacht 

Regel: woord + e (+ mogelijk een umlaut)

Alleen de a, o, u, au kunnen een umlaut krijgen! (bij  het mannelijk geslacht)

voorbeelden:                                                     

Uitzondering! 

Woorden in het ev op -en, -el, -er krijgen geen uitgang bij het mv!

Voorbeeld:

der Sohn	die Söhne
der Baum	die Bäume
der Tisch	die Tische

der Wagen

die Wagen

Het meervoud bij het vrouwelijke geslacht

Hoofdregel: woord + -n, -en, -nen

Voorbeelden:                                

die Schule	die Schulen
die Frau	die Frauen
die Löwin	die Löwinnen

Het meervoud bij onzijdige woorden

Regel: woord + e

Voorbeeld:                                   

Uitzondering! Woorden die eindigen op -en, el, -er krijgen geen uitgang bij het mv. 

das ZImmer

die Zimmer

Let op! Uitzonderingen

Er zijn een hele hoop uitzonderingen. Zie hiervoor het woordenboek. Hieronder een aantal voorbeelden:

der Tag	die Tage
der Baum	die Bäume
die Mutter	die Mütter
die Kamera	die Kameras
das Brot	die Brote

das Fass	die Fässer
die Hose	die Hosen
der Hut	die Hüte
das T-Shirt	die T-Shirts