Lidwoorden

De lidwoorden
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De lidwoorden

Slide 1 - Slide

Lidwoorden

Slide 2 - Slide

DE LIDWOORDEN

Slide 3 - Slide

En Français...
Enkelvoud:   le                Meervoud:   les
                          la
                          l'

Slide 4 - Slide

REGELS?
Geen echte regels waardoor je niet weet of een woord m of v is.
Behalve als het heel duidelijk is (meisje, jongen).
Je moet ze dus leren!

Slide 5 - Slide

Zelfstandig naamwoord
+ le    -> m
+ la    -> v
+ les ->  mv
+ l'     ->  klinkers & 'stomme h'

Slide 6 - Slide

C'est parti !
  1. .......... photo   (de foto - v)
  2. .......... livre       (het boek - m)
  3. .......... garçon (de jongen - m)
  4. .......... avion    (het vliegtuig -  m)
  5. .......... filles     (de meisjes - mv)

Slide 7 - Slide

C'est parti!
  1. la photo   (de foto - v)
  2. le livre       (het boek - m)
  3. le garçon (de jongen - m)
  4. l'avion    (het vliegtuig -  m)
  5. les filles     (de meisjes - mv)

Slide 8 - Slide

Vul het lidwoord in:
... jour (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 9 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... musique (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 10 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... prix (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 11 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... cousins (m/mv)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 12 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... famille (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 13 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... âge (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 14 - Quiz

Notez! - Let op!
Voor een 'onbepaald' lidwoord gebruik je voor 
m - un
v - une



Slide 15 - Slide

Schema Lidwoorden
lidwoord
m
v
mv
bepaald
le/l'
la/l'
les
onbepaald
un
une

Slide 16 - Slide

Verander het lidwoord in un/une:
le jardin
A
un jardin
B
une jardin

Slide 17 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
le truc
A
un truc
B
une truc

Slide 18 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
la photo
A
un photo
B
une photo

Slide 19 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
la fille
A
un fille
B
une fille

Slide 20 - Quiz

Verander het lidwoord in le/la/les:
de katten
A
le chats
B
les chats
C
la chats

Slide 21 - Quiz

Verander het lidwoord in le/la/les:
un problème
A
le problème
B
la problème
C
les problèmes

Slide 22 - Quiz

Verander het lidwoord in le/la/les:
de berichten
A
la message
B
le message
C
les messages

Slide 23 - Quiz