§4.1 prikkels en gedrag

1 / 14
next
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Paragraaf 4.1
  • Wat is gedrag?
  • Het verschil tussen gedrag en een prikkel
  • Inwendige en uitwendige prikkel
  • Hoe onderzoek je gedrag?

Slide 2 - Slide

onderwerpen deel 1
gedrag
prikkels:
inwendig
uitwendig
sleutel

Slide 3 - Slide

Gedrag
Alle reacties op prikkels
vormen je gedrag
dus...
ALLES WAT EEN MENS OF DIER DOET

Prikkel-Respons-Handelingen

Slide 4 - Slide

Gedrag wordt veroorzaakt door een Prikkel

Een prikkel is een invloed/verandering vanuit de omgeving, waarop mensen en dieren reageren. 

Slide 5 - Slide

verschillen tussen prikkels


- Inwendige prikkels

- uiwendige prikkels 

Slide 6 - Slide

Aanleiding gedrag
Gedrag is vaak gevolg van bepaalde prikkels

Prikkels die altijd leiden tot bepaald gedrag zijn sleutelprikkels

Slide 7 - Slide

Werkt een prikkel altijd?

  • Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op prikkels

  • Prikkels die altijd tot gedrag leiden en ook altijd hetzelfde gedrag oproepen, noemen we sleutelprikkels 


  • Zulke sleutelprikkels zijn vaak afhankelijk van de leeftijd 
  • Sperren (jonge vogeltjes) 
  • Dreigen (volwassen stekelbaars)

Slide 8 - Slide

onderwerpen deel 2
etholoog
handelingen
ethogram

Slide 9 - Slide

stappen onderzoek gedrag
  1. observeren
  2. ethogram (lijst van handelingen en afkortingen)
  3. protocol (turflijst)(volgordelijst)
  4. diagram

Slide 10 - Slide

Hoe beschrijf je gedrag?
Gedrag beschrijf je met een Ethogram, vervolgens kun je met een Protocol bijhouden welk gedrag (handelingen) een dier vertoond.

Hoe maak ik dit? 

Slide 11 - Slide

Hoe bestudeer je gedrag?
  • Gedragsonderzoekers bestuderen  het gedrag om meer te weten te komen over dieren
  • Een stukje gedrag noem je een Handeling 
  • Gedrag bestaat dus uit een reeks handelingen
  • Ethogram = Een lijst met beschrijvingen van handelingen

Slide 12 - Slide

Gedrag observeren
  • Om goed te kunnen nagaan of een dier afwijkend gedrag vertoond, wordt gebruik gemaakt vaneen ethogram en een protocol. Deze gegevens worden verwerkt in een frequentie analyse.


  • Door het dier goed te observeren en  bij te houden hoe vaak bepaald gedrag wordt uitgevoerd, kun je pas echt een conclusie trekken.


  • Bij het observeren moet je het dier zo min mogelijk storen. Jouw aanwezigheid heeft invloed op het gedrag van het dier.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video