4 a Umut is de hoofdpersoon. Hij is de 'ik' in het verhaal, je beleeft alles vanuit hem.
b 1 Umut
2 Jeffrey
3 Maarten
4 Keyleigh
5 Ieb
6 Ahmed
c Jeffrey is de leider.
Je kunt het zien aan deze zinnen:
Zo wilde Jeffrey dat.
Jeffrey had hem al eens in elkaar geslagen, maar dat had niet geholpen.
'Um, het wordt jullie wagen.'
Ga de sleutel maar halen.
Jeffrey opende de passagiersdeur en ging meteen zitten.
'Um, jij rijdt.'
Jeffrey knikte naar mijn benen.
Jeffrey wees naar de weg naar de fabriek.
'En nu gassen.'
d Hij kan niet tegen Jeffey op. / Hij moet doen wat Jeffrey wil.
e Er is iets gebeurd in het leven van Umut waardoor alles veranderd is.
f Het verhaal speelt zich af bij flats aan de rand van een stad. Het waait er altijd (als de wind verkeerd staat, ruik je rotte vislucht). Vlakbij staat een grote visfabriek. Van de flats naar de fabriek loopt een lange, rechte, rustige weg door een polder, met aan beide kanten bomen en een sloot.