A3d - Periode 2 - Quien soy les 1 - GSE (08-11-2021)

Programa
Familia, personas, aspecto físico, carácter
1. INFO
2. NUMEROS Y FECHAS (20m)
  • QS p.10-13
3. PALABRAS y FRASES (15m)
  • Vídeos + Vocabulario tema 1 (p.4)
  • Hablar: Frases clave (QS p.8)
4. PREGUNTAS SOBRE LA FAMILIA (20m)
  • TB p.95 + QS p.14-17, p.44

Let op: het boekje QS lever je aan het eind in.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programa
Familia, personas, aspecto físico, carácter
1. INFO
2. NUMEROS Y FECHAS (20m)
  • QS p.10-13
3. PALABRAS y FRASES (15m)
  • Vídeos + Vocabulario tema 1 (p.4)
  • Hablar: Frases clave (QS p.8)
4. PREGUNTAS SOBRE LA FAMILIA (20m)
  • TB p.95 + QS p.14-17, p.44

Let op: het boekje QS lever je aan het eind in.

Slide 1 - Slide

info
Toetsing 'Quién soy': 
  • Je maakt de opdrachten in het boekje Quién soy + (een deel van) de examenopgaven.
  • Je maakt het 'diario'. Dit vul je elke les in.
  • Je levert het boekje in aan het einde van dit thema. 

Slide 2 - Slide

Números y fechas
¿Cuánto cuesta tu móvil?
Cuesta doscientos noventa y nueve con cincuenta.
Wat kost de telefoon?

Leer de getallen uit TB p.96 en QS p.10.

timer
3:00

Slide 3 - Slide

Números y fechas (2)
  1. Escucha el vídeo + completa el ejercicio 1b, preguntas 2 a 10 (alleen de linkerkolom, cijfers)
  2. Estudiar: ejercicio 1d 
  3. Hacer: ejercicio 1e

¿Terminado?
Hacer ejercicio 1cf, 
daarna ejercicio 1b, vraag 2 tot 10 in woorden uitschrijven

Slide 4 - Slide

La familia

Meta (doel):  Opfrissen woordenschat La familia, aspecto físico, carácter.

  1. Bekijk de twee video's op de volgende slides + noteer uit iedere video minimaal 7 woorden S-N in je schrift
  2. Leer daarna de woorden uit QS p.4, in beide richtingen (5 minuten)
  3. Frases clave 1, p.8 (in tweetallen oefenen, vraag en antwoord)
  4. Wissel van rol.


timer
5:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

VOCABULARIO
la familia, aspecto físico, carácter
Zodadelijk ga je lezen en heb je de woordenschat nodig van QS pagina 4. 
Oefen nu de woordenschat minimaal 5 minuten. 

LET OP:  quizlet is niet AVG-proof, dus je kunt het ook uit je boekje leren.

Slide 8 - Slide

Hacer preguntas en español
¿Cómo se puede hacer preguntas en español?
Hay dos posibilidades.

1. Plaats vraagtekens en gebruik een vragende intonatie (toonhoogte).
                 ejemplo: ¿Juan está enfermo? = Is Jan ziek?
2. Plaats vraagtekens en begin met een vraagwoord.
                 ejemplo: ¿Dónde está Juan? = Waar is Jan?







Slide 9 - Slide

Hacer preguntas sobre la familia (20m)
  1. ESTUDIAR: Vragen formuleren in het Spaans, TB p.95
  2. ESTUDIAR + HACER: QS oef 3ab (p.16)
  3. HACER: Maak jouw stamboom in het Spaans, QS p.14-15. Lees de opdracht goed, daarna maken.
  4. Klaar? Maak QS p.44 (oefening 28)

Slide 10 - Slide

Deberes para la próxima clase
Leren + maken: 
leren + afmaken: getallen en data in boekje Quien Soy oef 1a t/m 1f + oef 2a (stamboom) + oef 3ab;
leren: Quien Soy vocab Tema 1 (p.4) + frases clave (p.8); 
leren: TB p.95 over ‘vragen stellen in het Spaans’ en p.96 getallen;
maken: QS p.44



Slide 11 - Slide

Volgende keer: Describir tu familia
  1. Herhaal de woordenlijst van thema 1, Quién soy p.4
  2. Beschrijf vier familieleden in hele zinnen, minimaal 25 woorden per familielid (naam, uiterlijk, karakter, geboortedatum...). 
  • Gebruik de woorden die je hebt ingevuld in QS oefening 3 en vul het zonodig verder aan. 
  • Varieer in je beschrijvingen.


Ejemplo: 
Mi padre se llama Martijn. 
Tiene el pelo rubio. Es sincero. También es optimista. 
Su fecha de nacimiento es el 3 de marzo de 1970.

Slide 12 - Slide