aantal oefenvragen

Nursing 3 - Week 5
Zenuwstelsel: PIJN 
terugblik op de vorige weken 

terugkoppeling van de 
gemaakte opdracht

PIJN: 
wat is pijn? 
wat kun je eraan doen?
wat zijn complicaties van behandeling? 

Uitleg over de opdracht voor de aankomende jaren
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nursing 3 - Week 5
Zenuwstelsel: PIJN 
terugblik op de vorige weken 

terugkoppeling van de 
gemaakte opdracht

PIJN: 
wat is pijn? 
wat kun je eraan doen?
wat zijn complicaties van behandeling? 

Uitleg over de opdracht voor de aankomende jaren

Slide 1 - Slide

leerdoelen
- Je kunt beschrijven hoe medicamenteuze pijnbestrijding toegepast wordt volgens de WHO pijnladder bij chronische en acute pijn 
- Je kunt de werking en de meest voorkomende bijwerkingen uitleggen van de volgende medicatiegroepen: 
o Niet-opiaten: paracetamol 
o Niet-opiaten: NSAID’s 
o Opiaten 
- Je kunt een voorbeeld noemen bij ieder van bovenstaande groepen 
- Je kunt voorlichting geven over de meest voorkomende vragen rondom opiaatgebruik 
Je kunt met hulp van het FK voldoende informatie verzamelen om op veilige wijze deze medicatie te kunnen geven en/of een zorgvrager te begeleiden die één of meerdere van de geneesmiddelen uit bovenstaande medicatiegroepen gebruikt 

Slide 2 - Slide

Boek: Medicatieveiligheid, op weg naar veilige zorg. Elly van Haaren et al. 2014 
 paragraaf 5.2
 
www.farmacotherapeutischkompas.nl  
www.apotheek.nl  
www.zorgvoorbeter.nl  
www.lareb.nl 

Slide 3 - Slide

Terugblik: deel 2 : de route van een medicijn in het lichaam. (farmacokinetiek en dynamiek)
- samenstelling medicijnen

Farmacokinetiek
1. absorptie 
     - toedieningsvormen
          lokaal/systemisch, 
          enteraal/parenteraal
     -  first pass effect
     - bloedspiegel, T 1/2, T1/4, T max. therapeutische                                 bandbreedte, werking,  
                                overdosering en bijwerkingen
2. distributie 
   - ook nog een deel van het first pass effect
   - water en vetoplosbaar. 
   - biologische beschikbaarheid
3.  metabolisme 
4.  excretie (of eliminatie) 

Slide 4 - Slide

Deze term geeft aan het effect van een menselijk lichaam op het medicijn.
A
farmacokinetiek
B
farmacodynamiek

Slide 5 - Quiz

Het First-pass effect is niet bij alle toediensvormen van toepassing. Bij welke toedieningsvorm is het WEL van toepassing.
A
inhalatie
B
transdermaal
C
parenteraal
D
enteraal

Slide 6 - Quiz

Een patient heeft moeite om de tablet door te slikken, deze is vrij groot.
Stelling: je kunt deze makkelijk breken of vermalen en dan aan de patiënt geven. Dat is geen enkel probleem.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

welke 4 doelen zijn er, om een patient medicatie te geven?
timer
2:00

Slide 8 - Open question

timer
2:00
excretie
metabolisme
distributie
absorptie

Slide 9 - Drag question

Dit is een bloedspiegel schema.
Wat is T 1/2?
A
De tijd die het kost om de concentratie van het medicijn te halveren
B
De helft van de tijd die het kost op de maximale dosering te komen in het bloed
C
De tijd die het kost om op de helft van de werking te komen
D
De helft van de tijd die het kost op een werkzame concentratie te komen.

Slide 10 - Quiz

Ook hier zie je een voorbeeld van een bloedspiegel schema. Waar zie je hier een voorbeeld van?
A
Therapie afbouwschema
B
toxiciteit
C
bijwerkingenprofiel
D
therapie ontrouw

Slide 11 - Quiz

Terugblik: medicatie veiligheid (deel 3)en bijwerkingen (deel 4)
- organisatie van medicatie uitgifte. 
- indicaties/contra-indicaties
- intoleranties
- interacties
- polyfarmacie
- wat is een bijwerking? 
- hoe ontstaan bijwerkingen? 
- anticholinergisch syndroom
- risicogroepen
- wat doe je in geval van bijwerkingen? 

Slide 12 - Slide