5 vwo - week 2 les 2 [KLT + zelfstandig Germinal questions directrices]

  1. Login op Lessonup 
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre
Ta trousse
Ton cahier
Zakkie avec ton téléphone dedans
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

  1. Login op Lessonup 
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre
Ta trousse
Ton cahier
Zakkie avec ton téléphone dedans

Slide 1 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Overzicht Periode 1
  • Thema: Schrijven & Spreken
  • Benodigde lesmaterialen: Grandes Lignes, woordenboeken, examenidioom, aantekeningenschrift OF map
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

      Leerdoelen
  1. Ik kan aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte.
  2. Ik kan de hoofdgedachte van een tekst aangeven.
  3. Ik kan de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven.
  4. Ik kan conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de spreker(s).
  5. Ik kan anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek.
  6. Ik kan aantekeningen maken als strategie om een tekst aan te pakken.




Slide 5 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Kijk- & luistervaardigheid
1. Globaal luisteren

  • Wat is het onderwerp van de reportage?
  • Wat is het doel van de spreker (informeren, overtuigen, amuseren)?
  • Namen, plaatsen, data en termen die vaker worden herhaald.
  • Let op ontkenningen, meningen en vergelijkingen!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Les personnages dans « Germinal » et leurs spécificités

Slide 7 - Mind map

Etienne, Cathérine, Chaval, Zacharie, la Levaque, Levaque, Philomène, Jeanlin, Estelle, Alzire, Henri, Léonore, Maheu, Maheude, Rasseneur, Souvarine, Bonnemort, la famille Grégoire
Résumé de chapitre 3 et 4
Chapitre 3
Chapitre 4

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Germinal
  1. Ouvrez Teams sur votre ordinateur et va au Class Notebook.
  2. Clique sur Samenwerkingsruimte -> Germinal.
  3. Copiez les questions de chapitre 2 et 3 à votre Notebook et répondez-les ensemble.

Slide 9 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Mettez les événements dans le bon ordre.
1
2
3
4
5
6
6
Étienne arrive à Montsou, épuisé et sans argent, pour chercher du travail. 
Etienne rencontre Bonnemort. Il commence à travailler dans les mines. Il y découvre les mauvaises conditions de travail très dangereuses.
Zacharie et Philomène se marient et vont habiter ailleurs.
 Jeanlin est victime d'un éboulement et se brise les jambes. Il ne peut plus travailler.
Etienne commence à s'habituer au mauvaises conditions de travail, il est devenu un bon ouvrier respecté par les autres mineurs. Il propose la Caisse de prévoyance.
Bonnemort ne tenait plus sur ses jambes et ne peut plus travailler.
Cathérine part vivre avec Chaval à Jean-Bart. Chaval avait quitté le Voreux et le suivait pour y travailler aussi. Un revenu de moins pour la famille Maheu.

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Réponses
1. Étienne arrive à Montsou, épuisé et sans argent, pour chercher du travail.
2. Etienne rencontre Bonnemort. Il commence à travailler dans les mines. Il y découvre les mauvaises conditions de travail très dangereuses.
3. Etienne commence à s'habituer au mauvaises conditions de travail, il est devenu un bon ouvrier respecté par les autres mineurs.
4. Zacharie et Philomène se marient et vont habiter ailleurs.
5. Bonnemort ne tenait plus sur ses jambes et ne peut plus travailler.
6. Jeanlin est victime d'un éboulement et se brise les jambes. Il ne peut plus travailler.
7. Cathérine part vivre avec Chaval à Jean-Bart. Chaval avait quitté le Voreux et le suivait pour y travailler aussi. Un revenu de moins pour la famille Maheu.

Slide 11 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Germinal chapitre 4


  1. Pourquoi monsieur et madame Hennebeau sont-ils invités chez monsieur et madame Grégoire?
  2. Des délégués vont rencontrer le directeur. Comment Maheu est présenté lors de cette rencontre?
  3. Que pensez-vous de la réponse du directeur?
  4. Comparez le repeas des directeurs avec les difficultés des mineurs à se nourrir. Donnez deux exemples.
  5. Combien y a-t-il d'argent dans la Caisse de prévoyance? Est-ce suffisant pour soutenir la grève?
  6. Qui est Pluchart? Qui interrompt la première réunion?
  7. Est-ce que la grève est générale? Qui n'a pas cessé le travail?
  8. Que fait Jeanlin dans son installation souterraine?
  9. Quel rôle joue Étienne parmi les mineurs?
  10. Quelle est la décision prise à la fin de la réunion dans la forêt? 
Ch04
Les débuts de la colère

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Volgende keer:
  • Lis chapitre 4 et 5 de Germinal

Slide 13 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

La révolution industrielle
La révolution industrielle est le passage de la fabrication manuelle à la fabrication mécanique, qui s'est accompagné de changements organisationnels et sociaux à grande échelle, caractérisés par une explosion du nombre d'usines, de la taille des villes et de la formation d'une quatrième classe, le prolétariat.
Le prolétariat = 
Classe sociale des prolétaires.
Le prolétariat urbain, ouvrier ; rural.

Slide 14 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Le Romantisme (1820-1850)
Caractéristiques principales :
  • Exaltation des sentiments, de l’imaginaire et de la nature.
  • Opposition aux règles classiques du XVIIe siècle (Classicisme).
  • Recherche de l’évasion, du sublime, et exploration de thèmes comme l’amour, la mort, la solitude, ou la quête de soi.

Auteurs et œuvres clés :
  1. Victor Hugo : Notre-Dame de Paris, Les Contemplations.
  2. Alfred de Musset : Lorenzaccio, Les Nuits.
  3. Alphonse de Lamartine : Méditations poétiques.
  4. Gérard de Nerval : Les Chimères.

Slide 16 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Le Réalisme (1850-1870)
Caractéristiques principales :
  • Représentation fidèle de la réalité sociale.
  • Refus de l’idéalisation du Romantisme.
  • Analyse des mœurs, des classes sociales, et de la condition humaine.

Auteurs et œuvres clés :
  1. Honoré de Balzac : La Comédie humaine (cycle comprenant Le Père Goriot, Eugénie Grandet).
  2. Gustave Flaubert : Madame Bovary, L’Éducation sentimentale.
  3. Stendhal : Le Rouge et le Noir, La Chartreuse de Parme.

Slide 17 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Le Naturalisme (1850-1900)
Le naturalisme s'est développé à partir du réalisme, mais mettait davantage l'accent sur une approche scientifique et déterministe de la vie humaine
Les naturalistes croyaient que l'homme est déterminé par:
  • son hérédité
  • son environnement 
  • sa classe sociale
Émile Zola est une figure importante et le plus célèbre du naturalisme dans la littérature, avec son roman Germinal considéré comme l'un des plus grands chefs-d'œuvre du mouvement. Le naturalisme a aussi influencé d'autres formes d'art, comme le théâtre et la peinture.
Ils cherchaient à montrer la réalité brute, souvent sans optimisme ni embellissement. L'idée principale était que l'être humain était façonné par des forces qu'il ne pouvait pas contrôler.

Slide 18 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Le Symbolisme (1880-1900)
Caractéristiques principales :
  • Rejet du Réalisme et du Naturalisme.
  • Recherche de la beauté et du mystère à travers des symboles.
  • Exploration du rêve, de la spiritualité, et de l’inconscient.

Auteurs et œuvres clés :
  1. Charles Baudelaire : Les Fleurs du mal.
  2. Paul Verlaine : Poèmes saturniens.
  3. Arthur Rimbaud : Une saison en enfer, Illuminations.
  4. Stéphane Mallarmé : L’Après-midi d’un faune.

Slide 19 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
    Begrippen uit deze les?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Exit ticket

Slide 21 - Open question

This item has no instructions