- De leerlingen kunnen kenmerken van volgende feestdagen/feesten benoemen: Nieuwjaar, Drie koningen, Valentijn, Pasen, Moederdag, Vaderdag, Halloween, Sinterklaas, Kerstmis. (ONTHOUDEN)
- De leerlingen kunnen kenmerken van volgende feestdagen/feesten uitleggen: Nieuwjaar, Drie koningen, Valentijn, Pasen, Moederdag, Vaderdag, Halloween, Sinterklaas, Kerstmis. (BEGRIJPEN)
- De leerlingen kunnen de feestdagen/ feesten (Nieuwjaar, Drie Koningen, Valentijn, Halloween, Sinterklaas & Kerst) op de kalender herkennen. (ONTHOUDEN)
- De leerlingen kunnen de feestdagen/ feesten (Nieuwjaar, Drie Koningen, Valentijn, Halloween, Sinterklaas & Kerst) op de kalender aanduiden. (BEGRIJPEN)
- De leerlingen kunnen passende feestkledij herkennen bij de feestdagen/feesten. (ONTHOUDEN)
- De leerlingen kunnen passende kledij aanduiden bij de feestdagen/feesten. (BEGRIJPEN)
- De leerlingen kunnen passende kledij verbinden aan de juiste feesten/ feestdagen. (TOEPASSEN)
- De leerlingen kunnen passende geschenken herkennen bij de feestdagen/feesten. (ONTHOUDEN)
- De leerlingen kunnen passende geschenken aanduiden bij de feestdagen/feesten. (BEGRIJPEN)