Deviant Starttaal Vooraf deel A Thema 2 Start + hoofdstuk 1

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Nederlands

Thema 2: Start + hoofdstuk 1

Wat gaan we doen vandaag? 

Introductie op het nieuwe thema 

woordweb 

introductie filmpje kijken

opdracht 1 en 2 uit het werkboek

Gezondheid

Wat voor soort video is dit?

1. Nieuws.
2. Informatief.
3. Reclame.
4. Mededeling.

Veel vet eten is......

1. gezond.
2. lekker.
3. ongezond.
4. heerlijk.

Gezonde voeding.

Als je wat ongezond hebt gegeten, wat moet je daarna doen om het weg te werken?

1. Slapen.
2. Boek lezen.
3. Eten.
4. Sporten.

Wanneer eet je gebalanceerd?

1. Heel veel van alles.
2. Veel ongezonde dingen en vooral geen gezonde dingen.
3. Een beetje van alles, maar niet teveel.
4. Je mag alles eten, zolang je maar wilt.

Noem alle dingen die gezond zijn.

1. De juiste voeding.
2. Een goede conditie.
3. Sportief.
4. Slechte eetpatroon.

THEMA 2

Pak je werkboek op bladzijde 82 erbij

Lees de stukjes tekst

Opdracht 1 

a. Maak opdracht 1, je krijg hier 8 minuten voor 

b. Daarna bespreek je de opdracht met je buurman/vrouw

c. We bespreken de opdracht nog klassikaal 

Opdracht 2

a. Wat is een leerdoel? 

b. Met elkaar de leerdoelen bespreken

c. Daarna opdracht 2 maken

Leerdoelen overzicht openen in Deviant. 

Schrijf 1 van de leerdoelen op waar jij aan gaat werken.

De volgende les? 

- gaan we starten met hoofdstuk 1: woordenschat 

- In Magister staan de woorden die erbij horen. 

Deze woorden lees je door voor de volgende les. 

hoofdstuk 1: 

Wat gaan we doen vandaag? 

- bespreken huiswerk 

- opdracht op LessonUp 

- opdracht 1, 2, 3 en 4 in het boek

Welk woord + betekenis hoort bij het plaatje? 

De bijsluiter

De informatie die je krijgt bij een medicijn, zoals hoe je het moet gebruiken. 

De apotheek

De winkel waar je medicijnen kan halen. 

In groente en fruit zitten veel .......... die helpen om gezond te blijven.

1. vitamines
2. gezonde dingen
3. vruchtvlees
4. pitjes

Welk woord + betekenis hoort bij het plaatje? 

sportief

Wat je van iemand kan zeggen die veel sport. 

Pijn die is ontstaan door bewegen of sporten. 

de blessure

Zet je de juiste omschrijving bij het woord

De gezonheid

De behandeling

De conditie 

Hoe het met jouw lichaam gaat, bijvoorbeeld of je ziek bent of niet. 

De zorg die iemand krijgt om weer beter te worden, zoals een operatie

Hoe fit je bent

Bij een gezond ................ hoort een ontbijt, lunch en het avond eten.

1. conditie
2. eetpatroon
3. maaltijd
4. sportief

Een briefje of digitaal bericht van de dokter waarop staat welk medicijn je moet krijgen. Dat noem je het ..............?

1. briefje
2. bewijs
3. recept
4. medicijn

Hoe nu verder? 

a. opdracht 1, 2 en 3: samen bespreken

b. opdracht 2 en 3 in tweetallen maken

c. opdracht 2 en 3 in andere tweetallen nakijken

d. opdracht 4 samen maken 

De volgende les? 

- Gaan we het hebben over vergelijkingen.