QUIZ BECO LRJ 1

Te betalen btw is de btw die......
A
je als bedrijf voor de inkoop hebt betaald en nu moet betalen aan de fiscus.
B
Wat je als bedrijf terug krijgt van de fiscus
C
je als bedrijf hebt ontvangen en nu moet betalen aan de fiscus.
D
Wat je als consument aan de fiscus moet betalen
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Te betalen btw is de btw die......
A
je als bedrijf voor de inkoop hebt betaald en nu moet betalen aan de fiscus.
B
Wat je als bedrijf terug krijgt van de fiscus
C
je als bedrijf hebt ontvangen en nu moet betalen aan de fiscus.
D
Wat je als consument aan de fiscus moet betalen

Slide 1 - Quiz

De btw is een directe belasting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Wat is een andere naam voor de verlies- en winstrekening
A
Balans
B
Exploitatiebegroting
C
Resulatenrekening
D
liquiditeitsbalans

Slide 3 - Quiz

Wat is een exploitatiebegroting?
A
De verwachte opbrengsten en kosten in een bepaalde periode
B
De verwachte omzet en schulden in een bepaalde periode
C
De verwachte bezittingen en kosten in een bepaalde periode
D
De verwachten schulden en bezittingen in een bepaalde periode

Slide 4 - Quiz

Welke maak je aan het begin van het jaar?
A
exploitatiebegroting
B
Eindbalans
C
Resultatenrekening
D
Balans

Slide 5 - Quiz

Welke kant van de exploitatiebegroting?
Debet
Credit

Huurkosten

IWO
Nettowinst
Omzet
Afschrijvingskosten
Nettoverlies
Opbrengst goederen

Slide 6 - Drag question

Kun je voorbeelden noemen van uitgaven op een exploitatiebegroting?
exploitatiebegroting alles wat je denkt te verdienen en uit te geven in 1 jaar. 

Slide 7 - Open question

Wat is het verschil tussen de exploitatiebegroting en de resultatenrekening?

Slide 8 - Open question


De verkoopprijs inclusief btw is lager dan de verkoopprijs exclusief btw
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz


Btw is een voorbeeld van
A
directe belasting
B
indirecte belasting

Slide 10 - Quiz

Soms staat er bij een prijs "exclusief BTW".
Zit er dan wel BTW of geen BTW in die prijs?
A
wel BTW
B
geen BTW

Slide 11 - Quiz

Het btw-bedrag dat een bedrijf ontvangt van zijn klanten moet:
A
Het bedrijf afstaan aan de belastingdienst
B
Het bedrijf terugvragen aan de belastingdienst
C
Het bedrijf bij de omzet meetellen
D
Het bedrijf verdelen over de werknemers

Slide 12 - Quiz

Bij welke benaming is de verkoopprijs exclusief btw?
A
Bruto verkoopprijs
B
Consumentenprijs
C
Netto verkoopprijs
D
Inkoopfactuurprijs

Slide 13 - Quiz

Valt het volgende product onder de 0% of 9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%
C
0%

Slide 14 - Quiz

De consumentenprijs is altijd
exclusief BTW
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

BTW is een afkorting.
BTW staat voor ...
A
belasting toenemende waarde
B
belasting tegen waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting toegevoegde waarde

Slide 16 - Quiz

De consumenten prijs is €67 (inclusief BTW), de BTW is 21%. Wat is de prijs zonder BTW?
A
€52,93
B
€55,37

Slide 17 - Quiz

Wat is geen directe belasting?
A
Inkomstenbelasting
B
wegenbelasting
C
BTW

Slide 18 - Quiz