Maandag 25 maart

Maandag 25 maart
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Maandag 25 maart

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling 5.4 Aanpassing bij dieren
  • Aantekening 5.5 Aanpassing bij planten
  • Zelf aan de slag met 5.4
  • Huiswerk 5.4 

Slide 2 - Slide

Aanpassingen bij  dieren 
  • Aanpassingen bij waterdieren
  • Aanpassingen bij landdieren
  • Aanpassingen bij vogels

Slide 3 - Slide

Leerdoelen


* Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun 

   leefomgeving

Slide 4 - Slide

Wat is/zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 5 - Quiz

Een plant is aangepast aan weinig water, dit is een aanpassing aan een
A
abiotische factor
B
biotische factor

Slide 6 - Quiz

Een plant heeft stekels in plaats van bladeren, waar is dit een aanpassing voor?
A
Weinig water
B
Veel water
C
Weinig mineralen
D
Veel voedsel

Slide 7 - Quiz

De lepelplant is een populaire kamerplant. Deze plant komt oorspronkelijk uit een vochtig milieu.
Welke aanpassing heeft deze plant
A
grote platte bladeren en een groot wortelstelsel
B
grote platte bladeren en een klein wortelstelsel
C
klein dikke bladeren en een klein wortelstelsel
D
klein dikke bladeren en een groot wortelstelsel

Slide 8 - Quiz

Leg uit hoe loofbomen voorkomen dat ze ‘s winters uitdrogen.
A
ze laten hun wortelharen afsterven
B
ze laten hun bladeren vallen
C
ze bewegen minder
D
ze hebben minder fotosynthese

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Aanpassingen bij planten
Aanpassingen aan een droge omgeving of vochtige omgeving
-Waslaagje
-Huidmondjes
-Formaat bladeren
Aanpassingen aan de beschikbare hoeveelheid licht
-Zonplanten en schaduwplanten
-Klimplanten
-Bladgroenkorrels
 


Slide 11 - Slide

Droge omgeving
Planten in een droge omgeving zijn aangepast op weinig water
  • Waslaagje gaat verdampen van water tegen.
  • Ze kunnen water opslaan.
  • Aangepast wortelstelsel.
  • Huidmondjes liggen dieper
  • bladeren zijn behaard

Slide 12 - Slide

Cactus
  • Stekels tegen vraat
  • Laagje vochtige lucht
  • Schaduw
  • Huidmondjes in stengel
  • Breed wortelstelsel / lange wortels

Slide 13 - Slide

Vochtige omgeving

Grote, platte bladeren (veel fotosynthese en veel verdamping)

Klein wortelstelsel (oftewel, weinig wortels)

Slide 14 - Slide

Waterplanten in vochtige omgeving

Waterplanten zoals waterlelie:
wortels in modder ---> zuurstof via huidmondjes (alleen bovenkant blad) door luchtkanalen in stengel naar wortels.

Slide 15 - Slide

Licht

Slide 16 - Slide

Aanpassingen aan het licht
  • Zonplanten: kleine bladeren
  • Schaduwplanten: grote bladeren
  • Voorjaarsbloeiers: groeien op bodem van een bos


Slide 17 - Slide

Aanpassingen aan de hoeveelheid licht
Planten hebben licht nodig voor de fotosynthese. Hoeveel licht er nodig is verschilt per plant.

Slide 18 - Slide

Klimplanten
* Hebben geen stevige stengels en hebben hulp nodig om 
   omhoog te groeien.
* Sommige klimplanten nemen voedingsstoffen op, uit hun 
   gastheer.
* Hechtwortels en ranken 
* Groeien snel! Hoe hoger ze komen hoe meer licht ze vangen

Slide 19 - Slide

Klimplanten
- Met hechtwortels aan muur of gastheer vast
- Sommigen nemen voedingsstoffen van gastheer op
- Groeien snel! hoe hoger ze komen hoe meer licht ze vangen

Slide 20 - Slide

Leerdoelen Check

  • Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving                            

                                        Wandelen en uitwisselen

  1. Noem 2 kenmerken van planten die in een droge omgeving leven
  2. Noem 2 kenmerken van planten die in een vochtige omgeving leven. 




Slide 21 - Slide

Huiswerk 
Lezen bs 5.5
Maken opdrachten 5.5

Slide 22 - Slide