What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
NB ALLES WORDT DUURDER
Weet jij waarom alles duurder wordt?
De boodschappen, de elektriciteit enzovoorts.
1 / 48
next
Slide 1:
Open question
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 7,8
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quiz
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Weet jij waarom alles duurder wordt?
De boodschappen, de elektriciteit enzovoorts.
Slide 1 - Open question
school.nieuwsbegrip.nl
Slide 2 - Link
LESDOEL
Ik kan straks uitleggen wat inflatie is, waardoor het wordt veroorzaakt en hoe je ermee om kunt gaan.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat zijn goederen en diensten voor consumenten?
1.
Welke goederen en diensten werden duurder?
Let op de signaalwoorden
vooral
en
ook.
2.
Slide 5 - Slide
Wat betekent
beschikbaar
in regel 11.
1.
Waardoor wordt de prijs van een product hoger?
2.
Slide 6 - Slide
Wat wordt bedoeld met huishouden in regel 18?
1.
Waar hangt het vanaf hoeveel gas je gebruikt?
2.
Wat betekent
afhankelijk zijn van
in r. 22?
3.
Waarom hebben mensen met minder geld meer last van hoge prijzen?
4.
Slide 7 - Slide
Let straks op de signaalwoorden
ten eerste
en
ten tweede
1.
In regel 26 - 29 worden voorbeelden gegeven. Waar zijn dit voorbeelden van?
2.
Lees regel 30-31. Wat doen mensen zelf? Wat doet de regering?
2.
Slide 8 - Slide
Kijk nog een keer naar het vorige stukje. Waar eindigt dit mee?
1.
Waarom zou het Jeugdfonfs Sport&Cultuur het belangrijk vinden dat kinderen wel naar hun clubjes gaan.
2.
Slide 9 - Slide
aan het werk
Beantwoord 7 sleutelvragen en
de 5 toetsvragen.
Klaar
Vul het schema in.
Slide 10 - Slide
LESDOEL
Ik leer de betekenis van tien woorden en ik kan vragen over deze tien woorden beantwoorden.
Slide 11 - Slide
ONTGAAN
niet opmerken
Het ontgaat de leraar dat ze
een briefje doorgeven.
Slide 12 - Slide
RONDKOMEN
genoeg geld hebben om van te leven.
Veel mensen kunnen niet meer rondkomen en hebben hulp nodig.
Slide 13 - Slide
DE CONSUMENT
iemand die iets koopt of gebruikt (de klant)
Als
consument
kun je iets in de winkel kopen of online. Je bent ook een
consument
als je energie koopt of lid bent van Netflix.
Slide 14 - Slide
BESCHIKBAAR
wat te krijgen of te gebruiken is
Er is minder graan en olie
beschikbaar
, daardoor is alles duurder geworden.
niet beschikbaar
Slide 15 - Slide
DE GRONDSTOF
onbewerkt materiaal waarvan producten worden gemaakt.
Weet jij welke
grondstoffen
op dit moment schaars zijn.
Schaars betekent dat er niet veel van is.
Slide 16 - Slide
HET HUISHOUDEN
Eén of meer personen die (samen) in een huis wonen.
De juf vormt een
huishouden
samen met haar dochter. Wij wonen samen in een huis.
Slide 17 - Slide
NOODGEDWONGEN
omdat het niet anders kan
De elektriciteit is zo duur dat veel mensen dat niet meer kunnen betalen.
Noodgedwongen
kunnen ze de verwarming dus niet aanzetten.
Ze moeten kiezen, eten of een warm huis.
Slide 18 - Slide
VANWEGE
door,
om reden van
Vanwege
grote financiële problemen kunnen veel kinderen niet meer naar een club.
Een signaalwoord
vanwege - geeft een reden aan
De straat is afgelosten, vanwege werkzaamheden.
Slide 19 - Slide
FINANCIEEL
wat met geld te maken heeft
Veel mensen hebben op dit moment
financiële
problemen, omdat alles zo duur is geworden.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
aan het werk
Maak de
27
vragen die bij deze les horen.
KLAAR
Maak de vragen van les 1 af. Ook het 5-2-2 formulier.
Slide 31 - Slide
Lesdoel: ik weet wat een overtuigende tekst is en ik kan vragen beantwoorden over een overtuigende tekst.
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
AAN HET WERK
beantwoord de 10 vragen die bij deze overtuigende tekst horen.
Bij elke vraag moet je de tekst opnieuw goed lezen
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Slide 45 - Slide
Slide 46 - Slide
Slide 47 - Slide
Slide 48 - Slide
More lessons like this
Nieuwbegrip: Herhalen woordenschat BIJZONDERE VONDSTEN
November 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Alles wordt duurder
October 2022
- Lesson with
17 slides
Nieuwsbegrip
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
Alles wordt duurder
September 2022
- Lesson with
15 slides
Nieuwsbegrip
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
Alles wordt duurder thema geld
February 2023
- Lesson with
19 slides
Nieuwsbegrip
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Vr 24-9 Alles wordt duurder
November 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Nieuwsbegrip_week38_alleswordtduurder_dssv
September 2022
- Lesson with
16 slides
NT2
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Challenge 1: Hoe ben jij VERLEIDINGEN de BAAS?
February 2024
- Lesson with
21 slides
by
Wijzer in geldzaken
Economie
Burgerschapskunde
+3
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Wijzer in geldzaken
Hoofdstuk 5 Paragraaf 1
September 2022
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2