H3 - opdr 1

Vul het juiste woord in:
Een ... kun je controleren. Het kan waar en onwaar zijn.

1 / 21
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vul het juiste woord in:
Een ... kun je controleren. Het kan waar en onwaar zijn.

Slide 1 - Open question

This item has no instructions

Vul het juiste woord in:
Met een ... kun je het eens of oneens zijn.

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Vul het juiste woord in:
Met een ... legt iemand uit waarom hij een bepaalde mening heeft.

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Lezen - H3
Ik kan onderscheid maken tussen feiten en argumenten;
Ik kan onderscheid maken tussen standpunt en argumenten.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdr 1
Lees tekst 2
'Er bestaat geen methode om extra snel te leren lezen'

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Is de titel: 'Er bestaat geen methode om extra snel te leren lezen' een feit of een mening?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Welke woordgroep uit alinea 1 moet worden toegevoegd aan de titel, zodat de titel de boodschap van de tekst weergeeft?

Slide 7 - Open question

met behoud van tekstbegrip

Waarnaar verwijst het woord 'dat' in 'Degenen die geloven in speed reading beloven dat echter wel.' (al. 1)

Slide 8 - Open question

dat er een (wonder)methode bestaat om mensen veel sneller te laten lezen met behoud van tekstbegrip

Citeer de zin waarin de conclusie van de Amerikaanse onderzoekers staat. Gebruik enkele aanhalingstekens. 

Slide 9 - Open question

This item has no instructions


Uit de tekst blijkt binnen welke studierichting men onderzoek doet naar lezen en tekstbegrip. Welke studierichting is dat?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions


'Snel opnemen van informatie en begrijpen en onthouden van die informatie gaan niet samen.' Welke twee alinea's tonen aan dat deze uitspraak juist is?
A
alinea 1 en 2
B
alinea 2 en 3
C
alinea 3 en 4
D
alinea 2 en 4

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Welke factoren blijken vooral van invloed te zijn op iemands leessnelheid en tekstbegrip?

Slide 12 - Open question

taalvaardigheid en achtergrondkennis

‘Een snelleeskampioen die in 2007 het nieuwste Harry Potter-boek in 47 minuten las én het verhaal daarna behoorlijk kon samenvatten, profiteerde vast sterk van haar kennis over het Potter-universum.’ Bij welke alinea past deze toelichting of dit voorbeeld als bewijs?
A
alinea 1
B
alinea 3
C
alinea 4
D
alinea 5

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


Waardoor is deze informatie over snellezen en tekstbegrip niet goed te controleren?

Slide 14 - Open question

De bron is niet vermeld en dus is de informatie niet controleerbaar.

Citeer de hoofdzaken (zin of zinsgedeelte) uit alinea 1, 2, 3 en 5 waarmee je de hele tekst kunnen samenvatten. Citeer eerst het deel uit alinea 1. Gebruik weer enkele aanhalingstekens. 

Slide 15 - Open question

This item has no instructions


Citeer de hoofdzaken (zin of zinsgedeelte) uit alinea 1, 2, 3 en 5 waarmee je de hele tekst kunnen samenvatten. Citeer eerst het deel uit alinea 2. Gebruik weer enkele aanhalingstekens. 

Slide 16 - Open question

This item has no instructions


Citeer de hoofdzaken (zin of zinsgedeelte) uit alinea 1, 2, 3 en 5 waarmee je de hele tekst kunnen samenvatten. Citeer eerst het deel uit alinea 3. Gebruik weer enkele aanhalingstekens. 

Slide 17 - Open question

This item has no instructions


Citeer de hoofdzaken (zin of zinsgedeelte) uit alinea 1, 2, 3 en 5 waarmee je de hele tekst kunnen samenvatten. Citeer eerst het deel uit alinea 5. Gebruik weer enkele aanhalingstekens. 

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Samenvatting van de tekst is dus:
Al. 1: Er bestaat geen wondermethode om mensen heel veel sneller te laten lezen met behoud van tekstbegrip.

Al. 2: Ook een methode waarbij een tekst snel woord voor woord op een scherm geprojecteerd wordt, werkt niet.
Al. 3: Iemands leessnelheid hangt vooral samen met zijn of haar taalvaardigheid 
Al. 5: In sommige studies deden mensen het aardig qua leestempo én begrip, maar dat kwam dan doordat ze de gelezen fragmenten goed met eigen achtergrondkennis konden verbinden.


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat leerde je van de inhoud van deze tekst?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Wat leerde je van de vragen over de tekst?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions