Herhaling Interbellum en WOII

Herhaling Interbellum & WO II
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling Interbellum & WO II

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
-Reminder formuleren van antwoorden
-Oefenen met spotprent analyse
-Kennis ophalen van voor de vakantie
-Vragen stellen als er onduidelijkheden zijn

Leerstof: par. 2.1, 2.2, 2.3, 3.1, 3.2, 3.4

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Spotprent analyse
1. Welke gebeurtenissen waren belangrijk in deze periode?
2. Bedenk wat je ziet; personen, teksten , vlaggen, symbolen
3. Bedenk wat de bedoeling/mening van de tekenaar is.
--> Let op positief/negatief afbeelden van personen, gebruik van symboliek
4. Beantwoord de vraag

Slide 4 - Slide

De afbeelding gaat over de New Deal. We zien Roosevelt met een konijn waar 'uitgeven' op staat. Wat is de mening van de tekenaar over de New Deal?

Slide 5 - Slide

Welk verband is er tussen het wereldkapitalisme, de beurskrach in Amerika en de economische crisis die daarop volgde?
A
Door het wereldkapitalisme waren alle economieën met elkaar verbonden en daarom ontstond er in Amerika een beurskrach.
B
De beurskrach in Amerika veroorzaakte een economische crisis die zich naar Europa uitbreidde omdat door het wereldkapitalisme alle economieën in de wereld met elkaar verbonden waren.
C
De beurskrach in Amerika zorgde ervoor dat het wereldkapitalisme ontstond, omdat alle economieën onder de crisis leden.
D
Het wereldkapitalisme was de oorzaak van de beurskrach in Amerika. Daardoor ontstond er wereldwijd een economische crisis.

Slide 6 - Quiz

De economische crisis in de VS startte met ...?
A
Deelname van de VS aan WOI
B
Europa importeerde minder voedsel vanuit de VS
C
De huizenmarkt stortte in
D
Na WOI waren veel soldaten plotseling werkloos

Slide 7 - Quiz

De New Deal van Roosevelt zorgde ervoor dat de werkloosheid in de VS daalde in de jaren '30. Toch was er ook kritiek. Wat hield die kritiek in?

Slide 8 - Open question


Waarom wilde Hitler graag dat de dolkstootlegende werd geloofd?
Kies het beste antwoord.
A
Hitler greep elk verhaal dat in Duitsland de ronde deed over 'de dolkstoot' aan om zijn eigen plannen voor militarisering van de maatschappij en zijn ideeën over de Endlösung uit te voeren.
B
Hitler wilde zoveel mogelijk alle partijen in Duitsland verenigen om een nieuwe democratische regering te vormen.
C
Hitler zou als oud-militair veel aanhang kunnen verwerven en de dolkstootlegende kunnen gebruiken als wapen tegen de democratische regering.
D
Hitler wilde de echte reden voor de wapenstilstand verbloemen door de dolkstootlegende te bedenken, zodat hij zelf zijn plannen om de macht te grijpen kon uitvoeren.

Slide 9 - Quiz

Welke economische problemen had Duitsland na de Vrede van Versailles (1919)?

Slide 10 - Open question

Duitsland kreeg leningen van de Verenigde Staten om de Duitse economie te verbeteren. Waarom kreeg Duitsland geen leningen meer na 1929?
A
Duitsland had een bondgenootschap gesloten met Japan, de VS en Japan waren vijanden
B
WOII: Duitsland en de VS vochten tegen elkaar
C
Beurskrach: VS leed onder zware economische crisis en wilde geen geld meer uitlenen
D
Duitsland had het verdrag van Versailles geschonden en daarom geen recht meer op leningen

Slide 11 - Quiz

Wat was GEEN ideologisch kenmerk van het fascisme?
A
Een partij; een leider: NSDAP als enige partij en Hitler als sterke leider
B
Rassenleer: het ene ras is sterker dan het andere ras en sterke rassen mogen heersen over zwakke rassen
C
Nationalisme: Duitsers zijn het beste en sterkste volk ter wereld
D
Militarisme: het leger was erg belangrijk

Slide 12 - Quiz

Waarom hadden Duitsers in de jaren '20 geen vertrouwen in de democratie?
A
Er waren veel wisselingen van machthebbers binnen de sociaal-democratische regering
B
Er waren geen onafhankelijke verkiezingen gehouden
C
Duitsland had zware economische problemen
D
Duitse democratische regering had schandelijke Verdrag van Versailles getekend

Slide 13 - Quiz

Maak de goede combinaties
Bombardement van de Duitsers op Rotterdam.

België word veroverd. Frankrijk en Duitsland sluiten een wapenstilstand.
Engeland en Frankrijk verklaren de oorlog aan Duitsland.
Twee jaar voor de Duitse inval in Nederland.
Vier dagen nadat de Duitsers Nederland binnenvielen.
Hiermee begon de Tweede Wereldoorlog.
De Duitsers bezetten Oostenrijk en Tsjechië.
Duitsland veroverd razendsnel de rest van Europa. 

Slide 14 - Drag question

Sleep de volgende gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (van links naar rechts):
Eerste gebeurtenis
Tweede gebeurtenis
Derde gebeurtenis
Vierde gebeurtenis
Vijfde gebeurtenis
Nazi-Duitsland valt Polen binnen.
Japan vernietigt de Amerikaanse vloot op Hawaii (Pearl Harbor)
Hitler verbreekt een belofte met Stalin.
Duitsland verklaart de oorlog aan de Verenigde Staten.
Hitler wordt rijkskanselier van Duitsland.

Slide 15 - Drag question

Geef een argument van een voorstander van de appeasementpolitiek.

Slide 16 - Open question

Geef een argument van een tegenstander van de appeasementpolitiek

Slide 17 - Open question

Welk woord weg?
Appeasement politiek
Verdrag van Versailles
Conferentie van Munchen
Dolkstootlegende
A
Appeasement politiek
B
Verdrag van Versailles
C
Conferentie van Munchen
D
Dolkstootlegende

Slide 18 - Quiz

In 1939 sloten Duitsland en de Sovjet-Unie een niet-aanvalsverdrag: het Molotov-Ribbentroppact. Waarom deden ze dat?
A
Hitler was nog niet klaar voor oorlog, Stalin wilde een tweefrontenoorlog voorkomen.
B
Hitler wilde een tweefrontenoorlog voorkomen. Stalin was nog niet klaar voor oorlog.
C
Ze wilden samen sterk staan tegenover Engeland en Frankrijk.

Slide 19 - Quiz

Waarom was het vreemd dat Hitler en Stalin een niet-aanvalsverdrag sloten?
A
Hitler en Stalin waren beiden dictator.
B
Hitler had een hekel aan communisten.
C
Stalin vertrouwde niemand.
D
Hitler en Mussolini sloten een verdrag.

Slide 20 - Quiz