3.1 De wereld van de Grieken

Hoofdstuk 3: De Grieken
1 / 43
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3: De Grieken

Slide 1 - Slide


Wat weet je nog over 
de oude Grieken?

Schrijf het op in de schrift.

Slide 2 - Slide

?

Slide 3 - Slide

?

Slide 4 - Slide

Het oude Griekenland in de media.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

De Tijd van Grieken en Romeinen
3000 v. Chr. -  500 n. Chr. 

We noemen deze periode ook wel de oudheid

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet hoe de Griekse stadstaten ontstonden
  2. Je kunt de bestuursvormen monarchie, aristocratie en tirannie in bronnen herkennen
  3. Je kunt verklaren waarom de Grieken contacten hadden met andere volken in het Middellandse Zeegebied

Slide 8 - Slide

Van dorp 
naar stadstaat
10e eeuw v.Chr. kleine dorpjes op heuvels 
Griekenland bestond uit veel eilanden en had veel bergen

De meeste mensen werkten als boer op een akker.
-> koning de baas.🤴



Slide 9 - Slide

Van dorp 
naar stadstaat
9e eeuw v.Chr. groei landbouw en dus specialisatie in ambachten.⚒️
- Dorpjes groeien uit tot steden.
- Elke stadstaat (= polis) had zijn 
   eigen gebied, regels en bestuur.
Stadstaat: Stad met omliggend platteland.

Slide 10 - Slide

Acropolis (in Athene) = midden in de stad een versterkte heuvel.

Slide 11 - Slide

Er ontstonden honderden poleis.

Slide 12 - Slide

Oude Egypte
Oude Griekenland
Waarom werd Griekenland GEEN staat zoals Egypte?

Slide 13 - Slide


NIET één polis overheerste alle andere! ⚔️

Waarom?
Door het ruige, bergachtige landschap.⛰️

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Hoofdstuk 3: De Grieken

Slide 16 - Slide

Welke uitspraak is onjuist
A
een ander woord voor stadstaat is polis
B
Griekenland was één groot en machtig land
C
Ieder stadstaat werd op een andere manier bestuurd
D
een polis is een stad met een gebeid eromheen

Slide 17 - Quiz

Hoe ziet het Griekse landschap eruit?
A
Griekenland is vlak.
B
Griekenland lijkt erg op Nederland.
C
Griekenland is één groot eiland.
D
Griekenland bestaat uit een hoop bergen en eilanden.

Slide 18 - Quiz

Waarom zouden veel Griekse steden zijn ontstaan rondom een Akropolis?
A
Dat waren ze dichterbij de goden.
B
De steile wanden helpen bij het verbouwen van wijn.
C
Is makkelijker te verdedigen.
D
Zo kon de koning laten zien dat hij het belangrijkste was.

Slide 19 - Quiz

Wat is een agora?
A
De markt
B
De plaats voor volksvergaderingen
C
De plaats waar de belangrijkste tempels stonden
D
De andere naam voor acropolis.

Slide 20 - Quiz

Agora
Stadstaat
Akropolis

Slide 21 - Drag question

0

Slide 22 - Video

Leerdoelen
  1. Je weet hoe de Griekse stadstaten ontstonden
  2. Je kunt de bestuursvormen monarchie, aristocratie en tirannie in bronnen herkennen
  3. Je kunt verklaren waarom de Grieken contacten hadden met andere volken in het Middellandse Zeegebied

Slide 23 - Slide

bestuur stadstaten
de stadstaten waren allemaal zelfstandig en hadden hun eigen bestuur.
1. monarchie
2. aristocratie
3. tirannie

Slide 24 - Slide

Monarchie
De meeste stadstaten waren een monarchie.
  • koning nam belangrijkste besluiten
  • Koning en erfopvolging🤴
  • Alleenheerschappij
  • kreeg advies van een kleine groep van zijn beste krijgers = aristoi (waren rijke mensen)

Slide 25 - Slide

Aristocratie
Soms namen de raadgevers de macht over (Aristoi = rijken) als zij het niet eens waren met de koning.

  • Bestuur door een kleine groep mensen met veel aanzien.
  • Regering van de 'besten'.
  • Belangrijk afkomst en aanzien.

Slide 26 - Slide

Tirannie
  • Alle macht bij één persoon.
  • Gebruiken het leger (staatsgreep).🗡️
  • Goede en slechte tirannen.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Leerdoelen
  1. Je weet hoe de Griekse stadstaten ontstonden
  2. Je kunt de bestuursvormen monarchie, aristocratie en tirannie in bronnen herkennen
  3. Je kunt verklaren waarom de Grieken contacten hadden met andere volken in het Middellandse Zeegebied

Slide 29 - Slide

Vanaf 800 v.Chr. groeit de bevolking. Er is nu meer eten nodig. Maar waar halen ze dat vandaan?

Slide 30 - Slide

Tussen 750 v.Chr. en 550 v.Chr. koloniseerden de Grieken bijna heel het Middellands Zeegebied. Kolonisatie houdt in dat landen overzeese gebieden innemen.

Slide 31 - Slide

Minoïsche beschaving
Griekse kolonisatie

Slide 32 - Slide

Koloniën

Handelaren brachten een deel van de graanoogst per schip naar Griekenland.


de Griekse kolonie leek erg op de Griekse steden

  • tempels en andere gebouwen waren in de Griekse stijl gemaakt = verspreiding van de Griekse cultuur
























Slide 33 - Slide

contacten met de andere volken

de Grieken hadden meestal goede contacten, ze leerden van elkaar en ze handelden met elkaar en namen dingen van elkaar over

  • geld
  • tempels
  • kunst
  • schrift























Slide 34 - Slide

Waarom stichtten de Grieken koloniën?
A
Door het klimaat en het landschap was landbouw moeilijk
B
Veel Grieken hadden geen zin om zich met landbouw bezig te houden
C
De Grieken wilde graag een rijk opbouwen
D
De Grieken waren plunderaars

Slide 35 - Quiz

Griekse stadstaten zijn allemaal verschillend!

  1. Elke stadstaat had een eigen bestuur.
  2. Elke stadstaat had eigen grondgebied en  koloniën.
Maar wel dezelfde cultuur!

Slide 36 - Slide

 Griekse stadstaten zijn allemaal verschillend!

  1. Elke stadstaat had een eigen bestuur.
  2. Elke stadstaat had eigen grondgebied en  koloniën.
Maar wel dezelfde cultuur!

  1. Dezelfde taal.
  2. Geloofden in dezelfde goden.
  3. Olympische spelen.

De Grieken deelden dezelfde cultuur dankzij de handel met elkaar.

Slide 37 - Slide

Griekse goden

Slide 38 - Slide

Griekse cultuur

Slide 39 - Slide

De Olympische spelen

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

Tirannie




  • Alle macht bij één persoon.
  • Gebruiken het leger (staatsgreep).🗡️
  • Goede en slechte tirannen.

Democratie




  • Macht ligt bij de burgers.
  • Veel overleggen.💬
  • Toen: kwam weinig voor.

Slide 42 - Slide

Huiswerk
maken opdrachten in Learnbeat bij 3.1:  1, 2, 3, 4.
Je mag het samen doen, maar wel zachtjes overleggen, anders stil!

Slide 43 - Slide