Oefenen met de voltooide tijd 1

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

De VTT

Kies het goede 

voltooid  deelwoord.

Gisteren ben ik naar school ...... (fietsen)

1. gefietsen
2. gefietsd
3. gefietst

Vorige week heb ik tot 22.00 uur
.......... (werken)

1. gewerkt
2. gewerkend
3. gewerkd

Het meisje heeft .......... (huilen)

1. huilende
2. gehuilt
3. gehuild

De jongen heeft ............. (zwemmen)

1. zwemde
2. gezwommen
3. gezwemd
4. gezwemt

De eerste voetbaltraining van Yusuf en Milad is .......... (tegenvallen)

1. tegengevalt
2. tegenvallen
3. tegengevallen

De boom is omgevallen, want het heeft hard .......... (waaien)

1. gewaaien
2. gewaaid
3. gewaait

Mijn opa heeft tijdens de oorlog .......... (leven)

1. geleefd
2. gelevend
3. geleeft

Ik ben met de trein naar Antwerpen
.......... (reizen)

1. gereisd
2. gereizd
3. gereist

Juist of fout?

Milad en Olivier heeft samen gekookt.

1. juist
2. fout

Ik heb de hond van mevrouw Jolien niet gezien.

1. juist
2. fout

De leerkracht heeft de les uitgelegd

1. juist
2. fout

De buren hebben ons bezocht.

1. juist
2. fout

Tasenim hebt de bal gevangen.

1. juist
2. fout

Maak het voltooid deelwoord.

Gisteren ben ik naar school ...................... (wandelen)

Ik heb mijn tanden .................... (poetsen)

Het meisje heeft ...................... (schreeuwen)

Vanmorgen heeft het hard ...................... (regenen)

In januari heeft het ............... (sneeuwen)

Kies en maak een voltooid deelwoord dat past in de zin.

Sulaiman en Mohamed hebben samen .......

Vasil heeft in het weekend .............

Aminata en Alisa hebben tijdens de pauze ...............

Maksym heeft een boek ...............

OKAN heeft in december ...............

Charlie heeft in de sneeuw ...............