3.5 Variatie in genotypen/genen en allelen

Planning
  • herhaling
  • huiswerk nakijken
  • uitleg 3.5
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
  • herhaling
  • huiswerk nakijken
  • uitleg 3.5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Herhaling DNA
DNA bestaat uit basen: A, T, C, G 

Basenpaar: C-G    en     A-T


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

GEN 
(herhaling)
Gen is een stukje van deze letters

Gen is een code voor 1 eigenschap


Slide 3 - Slide

Gen vertaalt naar Eiwitten.
Herhaling
Beantwoord de volgende vragen in je schrift

1. Hoe laat je in een stamboom zien dat het om een man gaat?
2. als een kind 'anders' is dan ouders --> ouders zijn ALTIJD ...

timer
3:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Beantwoord de volgende vragen in je schrift

1. Hoe laat je in een stamboom zien dat het om een man gaat? vierkantje
2. als een kind 'anders' is dan ouders --> ouders zijn ALTIJD heterozygoot.

timer
3:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Zijn er vragen?


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
1. noem 4 manieren van ongeslachtelijke voortplanting
2. zet erachter wat er gebeurt
3. is bij ongeslachtelijke voortplanting het genotype hetzelfde als de ouderplant?
4. Wat is het gevolg van geslachtelijke voortplanting?
5. Wat is een mutatie?
6. Wat zijn mutagene invloeden?
7. Leg uit wat er aan de hand is bij kanker
Tip; lees 3.5
timer
1:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Geslachtelijke/ongeslachtelijke voortplanting bij planten
1. Planten kunnen zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten.
Als je iets leest als:
bollen
knollen
uitloper
wortelstok   



 ..... dan is het ongeslachtelijke voortplanting
Dit is een aantekening

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ongeslachtelijke voortplanting
3. Het genotype is precies hetzelfde als bij de ouderplant. 

Het fenotype kan anders zijn: bijvoorbeeld door milieuomstandigheden.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

4. Variatie in genotype

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

huiswerk bespreken
alle opdrachten bij 5.1 en 5.2

formulier tot en met blz. 10

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lezen
havo: lezen blz. 116-120

Onderstreep de belangrijkste zinnen.


Ben je klaar?
Maak een begrippenlijst
timer
10:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

5. Mutatie
=verandering in DNA

Mutatie weinig invloed in enkele lichaamscel

Mutatie groter gevolg in geslachtscel.
Dit is een aantekening

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Albinisme
Voorbeeld mutant: Albino 

gen voor pigment (melanine), werkt niet

gevolg: Rode ogen, spierwit haar en huid.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

6. Mutagene invloeden.
Mutagene invloeden zijn dingen die je DNA kunnen laten veranderen.
Dit is een aantekening

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

7. Kanker
Kwaadaardige en goed aardige tumor.

Uitzaaiing verspreid kanker naar andere delen van het lichaam.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

aan de slag
opdrachten bij 3.5

Daltonmap kan je laten aftekenen bij bureau
timer
15:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

planning
5.3 afmaken
klokhuis?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

aan de slag

kies 4 opdrachten van 5.3 (blz 127-132)

Ben je klaar?
Leer alvast voor de toets
timer
15:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Welke basen zijn er te vinden in DNA?
A
A-C-G-U
B
A-C-P-E
C
G-T-M-L
D
G-T-C-A

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een gen?
A
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen
B
Alle zichtbare eigenschappen
C
Een deel van een chromosoom met informatie voor één eigenschap.
D
Een chromosoom in de celkern met erfelijke informatie.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Zet in de juiste volgorde van
klein naar groot.
A
cel - chromosoom - DNA - gen
B
gen - chromosoom - DNA - cel
C
gen - chromosoom -cel - DNA
D
DNA - gen - chromosoom - cel

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Zet de juiste omschrijving bij het juiste begrip.
chromosoom
gen
allel
draad van DNA  met erfelijke informatie
deel van een chromosoom met erfelijke info over 1 eigenschap
uitvoering (verschijningsvorm) van een gen

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Wat zijn erfelijke eigenschappen?
A
Eigenschappen die voortdurend veranderen
B
Je persoonlijke eigenschappen
C
Eigenschappen die je van je ouders erft
D
Alle eigenschappen in je DNA

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Is deze eigenschap erfelijk of
niet-erfelijk?
A
erfelijk
B
niet-erfelijk

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel chromosomen zitten er in een geslachtscel?
A
46 paar
B
23
C
23 paar
D
46

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Is dit erfelijk of niet erfelijk?
A
Erfelijk
B
niet erfelijk

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
  • 5.3.6 Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn
  • 5.3.7 Je kunt omschrijven wat een mutatie is.
  • 5.3.8 je kunt omschrijven wat kanker is.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Geslachtelijke/ongeslachtelijke voortplanting bij planten
Planten kunnen zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten.
Als je iets leest als:
bollen
knollen
uitloper
wortelstok    ..... dan is het ongeslachtelijke voortplanting

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Ongeslachtelijke voortplanting
Het genotype is precies hetzelfde als bij de ouderplant. 

Het fenotype kan anders zijn: bijvoorbeeld door milieuomstandigheden.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Variatie in genotype

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions