venapunctie en infuus inbrengen VPT 4

Venapunctie en bloedonderzoek
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NWMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Venapunctie en bloedonderzoek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Periode 1 
3
venapunctie
4
perifeer infuus en medicatie iv
5
perifeer infuus en medicatie iv
6
 bijzondere infusen/ bloed transfusie
8
overig / inhalen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen les 1
  • indicaties, contra-indicaties venapunctie
  • aandachtspunten venapunctie
  • complicaties venapunctie 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

wat weet jij nog van de tractus circulatorius
(zoveel mogelijk latijn gebruiken)

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wat is een venapunctie?
A
punctie van de slagader
B
punctie van de ader
C
punctie van het beenmerg
D
punctie van het hersenvocht

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Indicaties venapunctie

  1. stellen van een diagnose
  2. uitsluiten van aandoeningen
  3. volgen van het verloop van een behandeling
  4. instellen, evalueren, bijstellen van een behandeling
  5. bloedgroepbepaling

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Plaatsen met contra-indicatie
  • lichaamsdelen met een shunt
  • armen en benen met trombose
  • lichaamsdelen met infectie
  • aan de kant van borstamputatie 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Minder geschikte plekken

  • ontstoken gebied
  • oedeem
  • hard aanvoelende lichaamsdelen
  • littekens
  • wondjes/eczeem


  • perifeer infuus
  • rood/blauw
  • bestraald
  • CVA
  • operatiegebied 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Complicaties tijdens venapunctie
  • ader onvoldoende zichtbaar
  • ader voelt hard aan
  • ader rolt weg
  • ader niet goed aangeprikt -> geen bloed
  • zenuwbeschadiging
  • flauwvallen
  • hyperventileren

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke gebieden zijn minder geschikt voor perifeer infuus?
A
Bestraald gebied
B
CVA operatiegebied
C
Rood/blauw bestraald
D
Ontstoken gebied

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke complicaties kunnen optreden tijdens venapunctie?
A
Ader rolt weg
B
Zenuwbeschadiging
C
Ader niet goed aangeprikt
D
Ader voelt hard aan

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke situaties maken een plek minder geschikt voor venapunctie?
A
Oedeem
B
Wondjes/eczeem
C
Littekens
D
Ontstoken gebied

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn enkele indicaties voor venapunctie?
A
Bloedgroepbepaling
B
Stellen van een diagnose
C
Uitsluiten van aandoeningen
D
Volgen van het verloop van een behandeling

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Aandachtspunten
  • niet vaker dan 1x op dezelfde plek
  •  arm ondersteunen
  • antistolling?
  • stuwen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Venapunctie plaatsen
  • Binnenkant elleboog
  • Onderarm
  • Handrug
  • Voet (enkel/bovenkant) 
  • Prik aan de arm waar geen lopend infuus op loopt.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Baby's moeilijk te prikken
Onder echogeleiding

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Prikken met een vlindernaaldje

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wanneer mag je een arm ondersteunen tijdens het prikken?
A
Prik aan de arm waar geen lopend infuus op loopt
B
Niet vaker dan 1x op dezelfde plek
C
Prikken met een vlindernaaldje
D
Antistollingstuwen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een geschikte methode voor het prikken van baby's?
A
Niet vaker dan 1x op dezelfde plek
B
Arm ondersteunen
C
Prikken onder echogeleiding
D
Prikken met een vlindernaaldje

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Waar mag een venapunctie plaatsvinden?
A
Binnenkant elleboog
B
Voet (enkel/bovenkant)
C
Handrug
D
Onderarm

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Materiaal

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

1 systeem
Vlindernaald/ Vleugelnaald

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Gesloten systeem
Open systeem

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Verschillende soorten buizen
Veilige naalden

Slide 26 - Slide

volgorde buizen
vloeistof buizen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

- Bekijk de loop van het vat.
- Beoordeel de grote van het vat om de grootte van je canule te bepalen.
- Beoordeel of een vat soepel aanvoelt.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten
  • Bestudeer protocol
  • ALTIJD naam +geb. datum vragen.
  • cva/parese, lymfeklierresectie,shunt
  • Anticoagulantia gebruik
  • Check of je de juiste buizen klaar hebt liggen voor wat je moet afnemen. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

zet de bloedbuizen in de juiste volgorde van afname

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Vullen
Je vult de buis tot aan de aangegeven streep.
Wanneer een buis niet vol genoeg is 
kan deze vaak niet gebruikt worden voor onderzoek. 
Wanneer je twijfelt kan je overleggen met het lab.

Een buis waar de vacuüm van af is kan je niet 
verder gebruiken.
Pak in dat geval een nieuwe buis!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Zwenken

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Is bloedafname uit een groot infuus mogelijk?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat is belangrijk bij het afnemen van bloed uit een groot infuus?
A
Snel en onvoorzichtig handelen
B
Negeer infuus en begin direct met afname
C
Zwenken
D
Check of bloedafname mogelijk is

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welke naalden worden aanbevolen voor veilige bloedafname?
A
Gebruikte naalden
B
Veilige naalden
C
Dikke infuusnaalden
D
Vlindernaald/ Vleugelnaald

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een aandachtspunt bij bloedafname?
A
Check juiste buizen klaarliggen
B
Negeer medische geschiedenis van patiënt
C
ALTIJD naam + geb. datum vragen
D
Snel handelen zonder vragen

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Waar let je op bij het bepalen van de grootte van de canule?
A
Kleur van het bloed
B
Temperatuur van het vat
C
Bekijk de loop van het vat
D
Beoordeel de grootte van het vat

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de kenmerken van een gesloten systeem?
A
Veilige naalden
B
Gebruik van open naalden
C
Voorkomt blootstelling aan bloed
D
Ongecontroleerde blootstelling aan bloed

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Inbrengen en aansluiten van een perifeer infuus

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Wat is een perifeer infuus?
Een perifeer infuus is een dunne plastic canule die in een ader van de arm, hand of voet wordt ingebracht. Het wordt gebruikt om vloeistoffen, medicijnen of voedingsstoffen toe te dienen.

Slide 42 - Slide

Leg uit wat een perifeer infuus is en waarvoor het wordt gebruikt.
Indicaties voor het inbrengen van een perifeer infuus
- Vocht- en/of elektrolytenstoornissen 
- Toediening van medicatie 
- Parenterale voeding 
- Bloedtransfusie 
- Diagnostisch onderzoek
- IV toegang houden

Slide 43 - Slide

Beschrijf de verschillende situaties waarin een perifeer infuus nodig kan zijn.
Contra-indicaties voor het inbrengen van een perifeer infuus
- Slechte doorbloeding van de arm of hand 
- Infectie van de huid op de plaats van inbrengen 
- Aanwezigheid van een bloedprop in de ader 
- Al bestaande aandoeningen, zoals lymfoedeem

Slide 44 - Slide

Leg uit in welke situaties het beter is om geen perifeer infuus in te brengen.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Video

This item has no instructions

Techniek infuus prikken

  1. Stuwband om, vraag een vuist te maken
  2. Je prikt het bloedvat aan onder een hoek van 15-30 graden
  3. Als je in het vat zit dan komt er bloed in het kamertje
  4. Verklein de hoek naar 5-10 graden en schuif nog enkele mm door
  5. Schuif het buisje nu verder op terwijl je de naald op zijn plek houdt
  6. Haal de stuwband los, geen vuist meer.
  7. Controleer of de venflon goed zit.




Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan voor het inbrengen van een perifeer infuus
1. Bepaal de juiste ader 
2. Desinfecteer de huid op de plaats van inbrengen 
3. Plaats de naald in de ader 
4. Verwijder de naald 
5. Controleer of de venflon goed zit
6. Flush met NaCl 0,9%
7. Sluit eventueel infuus aan.

Slide 48 - Slide

Laat zien welke stappen er genomen moeten worden om een perifeer infuus in te brengen en te bevestigen.
Hoe weet je dat het infuus goed zit?

  1. Wanneer bloed in het kamertje kwam
  2. Wanneer bij opschuiven bloed tussen buisje en naald komt
  3. Als het opschuiven makkelijk gaat
  4. Als je de naald verwijderd komt er bloed
  5. Doorspuiten/ Flushen

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Verzorging infuus
  • Infuussysteem iedere 72 uur wisselen
  • Infuuspleister elke 5 dagen minstens verwisselen.
  • Inspecteer insteekopening elke dienst op: vocht, bloedingen, lokale warmte, pijn, lokale zwelling, roodheid/hardheid, ligging katheter. 

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Oefenen
  • Ga in kleine groepjes (2 of 3 personen) oefenen met venapunctie
  • Houdt de Vilans-protocollen erbij en neem deze nog even door. Eventueel kan degene die niet prikt de te nemen stappen hardop benoemen.
  • Kijk ook goed naar de verpleegkundige aandachtspunten en eventuele complicaties van de handeling!

Slide 51 - Slide

This item has no instructions