Vervolg opdracht:
De leerling heeft over het hoofd gezien hoeveel snoep deze heeft besteld. Zijn idee: Een rek aanschaffen om het snoep op op te slaan. Maar hij heeft geen geld meer, wat nu?
Oma schiet ten hulp, want die houd ook zo van snoepgoed, en leent haar kleinzoon €200. Het rek zelf kost de leerling €100. Van het overige geld stort (zet) hij €50 op de bank & behoud hij €50 als wisselgeld in zijn kassaatje.