4H - incongruentie / dubbelop / zinnen begrenzen

4H - Incongruentie + dubbelop

Hoofdstuk 5, Formuleren, paragraaf 1 + 3
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4H - Incongruentie + dubbelop

Hoofdstuk 5, Formuleren, paragraaf 1 + 3

Slide 1 - Slide

Vandaag:
  • Lezen, 15 min. 
  • Herhaling: Dubbelop + Incongruentie
  • Aan de slag: extra oefenopdrachten

Doel: Mijn geheugen over incongruentie en dubbelop is opgefrist. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Onjuiste herhaling
  • Een vast voorzetsel wordt ten onrechte twee keer gebruikt.

- Op die luie jongen zou dat meisje nooit verliefd op worden. 

- Aan dat gepraat over voetbal elke avond heb ik
ook een hekel aan. 



Slide 4 - Slide

Tautologie
  •  Er wordt met verschillende woorden twee keer precies hetzelfde uitgedrukt. Deze woorden behoren wel tot hetzelfde woordsoort.

Zij wilden naar huis, maar het probleem was echter dat de trein niet reed.



Slide 5 - Slide

Pleonasme
  • Met een pleonasme zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort. 

- De gele zonnebloem.
- De mannelijke leraar.
- De witte sneeuw.

Slide 6 - Slide

Contaminatie
  •  Als je twee woorden of uitdrukkingen ten onrechte vermengt, spreek je van een contaminatie. 

- Deze computer kost duur (kost veel of is duur).
- Ik zal dat nachecken (nakijken of checken).
Hij kreeg ongenadeloos op zijn kop. (ongenadig of genadeloos)

Slide 7 - Slide

Dubbele ontkenning

  • Een ontkennend woord (soms: werkwoord) gecombineerd met een tweede ontkenning.

- Wij hebben nooit geen problemen (nooit of geen).
- De schoolleiding wil voorkomen dat er geen introducees op het feest komen (voorkomen of geen). 
-Ik ben daar nooit niet geweest (nooit of niet).


Slide 8 - Slide

Goed of fout?
De media schrijft bijzonder negatief over deze superster.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

De media schrijft bijzonder negatief.
media = onderwerp = meervoud
schrijft = pv = ev
-> getal onderwerp en pv komen niet overeen = incongruentie

Slide 10 - Slide

Verzamelwoord als onderwerp
'De jeugd' lijkt meervoud , is enkelvoud
->incongruentie

Slide 11 - Slide

Meewerkend vw wordt ten onrechte als ow gezien.
verzwegen ow: Er wordt aan mensen die belangstelling hebben....

-> incongruentie

Slide 12 - Slide

Incongruentie kan dus komen door:

-verzamelwoord als onderwerp
-onderwerp en pv staan te ver uit elkaar
-het mv wordt ten onrechte als ow gezien


Slide 13 - Slide

 Losstaand zinsgedeelte

De fout 'losstaand zinsgedeelte' houdt in dat een bijzin losstaat, terwijl hij deel uitmaakt van een samengestelde zin:
Hoewel je van mensen die hulp verlenen in de derde wereld of in oorlogsgebieden anders zou verwachten. Is er meerdere keren seksueel wangedrag gerapporteerd over medewerkers van Oxfam International en Artsen zonder Grenzen.

De bijzin (Hoewel … verwachten) is een zinsdeel binnen de samengestelde zin. Die bijzinnen mogen dus niet losstaan van de hoofdzin.

Slide 14 - Slide

Ten onrechte samenvoegen
Een andere fout bij de begrenzing van zinnen is dat zelfstandige zinnen (hoofdzinnen) worden samengevoegd zonder verbindingswoord:

Veel studenten zijn niet blij met de verengelsing van de opleiding, ze denken dat de kwaliteit van de colleges eronder lijdt. 

2 mogelijke oplossingen: 
1. verbindingswoord invoegen, bijv. 'want' 
2. een punt plaatsen en nieuwe zin beginnen. 

Slide 15 - Slide

Aan de slag: extra oefening
  • Maak:
  • Extra oefenopdrachten - Incongruentie
  • Extra oefenopdrachten - Dubbelop 

Slide 16 - Slide

Aan de slag: Weektaak
  • Maak:
  • H5 Formuleren, par. 1 'herhaling onderbouw', opdr. 1-2-3
  • H5, Formuleren, par. 3 'Zinnen onjuist begrenzen',
    opdr. 2-4b-5b

Slide 17 - Slide

Goed of fout?
De jeugd in de grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben een probleem.
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quiz

De kudde schapen stak de weg over.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quiz

Mensen die belangstelling hebben voor de functie worden verzocht te reageren.
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz