Hoofdstuk 6 Herhaling

Hoofdstuk 6: Herhaling
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6: Herhaling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Import is...
A
Een Nederlander op vakantie in Spanje
B
Een Duitser op vakantie in Nederland
C
Een Nederlander op vakantie in Nederland
D
Een Duitser op vakantie in Duitsland

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Kies uit import of export
export
import
De kaasfabriek verkoopt kaas aan een Duits bedrijf.
Een vakantieganger gaat naar Oostenrijk om te skiën
Albert Heijn koopt sperziebonen uit Egypte
Een Duitser huurt een hotelkamer in Egmond aan Zee

Slide 3 - Drag question

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten
Invoerrechten 
BTW
Accijns
Consumptie afremmen
Geld ontvangen om de overheidsuitgaven te betalen
Import afremmen

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het gevolg van protectionisme voor de import?
A
Import stijgt
B
Import daalt

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

1
2
3
4
De prijzen stijgen
De loonkosten stijgen
De export daalt en de import stijgt
De concurrentiepositie verslechtert

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Bereken de importquote
Importwaarde € 146,4 miljard
Exportwaarde € 290,5 miljard
Bruto Binnenlands Product 990,4 miljard
A
14,8%
B
50.4%
C
676.5%
D
29,3%

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Bij het restaureren van een monumentaal gebouw treden ook positieve externe effecten op. Een voorbeeld van zo'n positief extern effect is...
A
meer werk voor de betrokken vaklieden
B
mooier uitzicht voor de omwonenden
C
het gebouw zal langer meegaan
D
lagere onderhoudskosten voor de gemeente

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Negatief extern effect
Negatief extern effect
Positief extern effect

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Collectieve sector
Particuliere sector

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

wel accijns
geen accijns

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Indirecte belastingen heten zo omdat je ze:

A
Betaalt via overmaking aan de belastingdienst
B
Niet meteen hoeft te betalen
C
Rechtstreek aan de overheid betaalt
D
Via een winkelier/bedrijf aan de overheid betaalt

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Amir werkt op vrijdagavond en zaterdag bij de bioscoop
Vraag of aanbod van arbeid?
A
Vraag
B
Aanbod

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Eriks vader, directeur van en bouwbedrijf heeft twee vacatures.
Vraag of aanbod van arbeid?
A
Vraag
B
Aanbod

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is er sprake van een krappe arbeidsmarkt?
A
Veel vacatures, veel werknemers
B
Veel vacatures, weinig werknemers
C
Weinig vacatures, veel werknemers
D
Weinig vacatures, weinig werknemers

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Een krappe arbeidsmarkt heeft een tekort aan werknemers.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Juist
Is hier een krappe of ruime arbeidsmarkt?
A
Ruime arbeidsmarkt
B
Krappe arbeidsmarkt

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Individueel
Collectief
een overeenkomst tussen werknemer en werkgever
staat dat de
 werknemer gedurende een aantal uren arbeid verricht in dienst van de  werkgever
cao
een reeks afspraken over de arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak
wordt afgesloten tussen
 organisaties van werkgevers aan de ene kant en organisaties van  werknemers (vakbonden) aan de andere kant

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions