BO 2.5 Aansturen

• Praktische economie
• MBO
• Studiejaar 3

Vorige les

Werkverdeling en werkinstructie

BPV opdracht bedrijfssturing en planning

BPV opdracht instructiekaarten

Hoofdstuk 2.5 Aansturen

Leerdoelen:

Je kunt verschillende leiderschapsstijlen herkennen

Je kunt verschillende rollen in conflicthantering herkennen

Aansturen - Leiderschap

Iedere leidinggevende heeft een andere stijl van leidinggeven

Iedere medewerker vraagt een andere stijl van leidinggeven

Schrijf op: Wat is leiderschap
Volgens jou?

Verschillende soorten leiders

Bij deze dia even langs gaan wie is degene op het plaatje. Hoe zou je hem omschrijven als leider. 

Wie is volgens jouw een goede leider en waarom?

Een aantal of iedereen laten uitleggen waarom zij die persoon hebben gekozen. Welke leiderschapskwaliteiten hebben deze personen. 

Soorten leiderschap

1. Sturend leiderschap
2. Ondersteunend leiderschap 

Wat is volgens jullie het verschil?

4 leiderschapsstijlen 

Leiden:

Vaak bij nieuwe medewerkers

Véél sturing en instructie

Ook bij slecht gemotiveerde medewerkers

Begeleiden:

Medewerkers hebben capaciteiten en motivatie maar missen nog de vakbekwaamheid.

Minder sturing en uitdagende instructie

Gericht op ontwikkeling van de medewerker

Steunen:

Medewerkers zijn ervaren en vakbekwaam maar hebben weinig motivatie en zelfvertrouwen.

Medewerkers ondersteunen in hun dagelijks werk zodat hun motivatie en zelfvertrouwen weer toeneemt

Delegeren:

Medewerkers zijn vakbekwaam, ervaren en gemotiveerd.

De verantwoordelijkheid en zelfstandigheid wordt bij de medewerkers neergelegd (wat hen motiveert!)

Meest volwassen stijl van leidinggeven.

0

Conflicthantering

Conflicten

Conflicten zijn onvermijdelijk en soms zelfs nuttig

Er zijn 2 soorten conflicten

1. Functionele conflicten: oude patronen doorbreken, verbetering van de kwaliteit of efficiëntie

2. Disfunctionele / emotionele conflicten: persoonlijke conflicten, roddel, onuitgesproken frustraties. 

Geef een voorbeeld van een functioneel conflict

Geef een voorbeeld van een disfunctioneel of emotioneel conflict.

RUZIE OPLOSSEN? GEBRUIK DÉ ZIN:

“Spreek alsjeblieft wat rustiger, dan kan ik je helpen.”

De magische zin bij ruzie. Dé zin die de ander laat inzien dat zijn extreme gedrag niet helpt, en dat hij of zij beter een toontje lager kan zingen. Zeg dus niet: “Stop met schreeuwen.” Dat zal niet gaan werken, omdat de ander dat als aanval beschouwt (“stop” betekent “aanval” in het dino-brein).

Verzoek de ander vriendelijk om te bedaren (“Spreek alsjeblieft wat rustiger…”), want alleen zo kun je begrijpen wat er aan de hand is en er mogelijk zelfs iets aan doen (“… dan kan ik je helpen.”).

Het breekt een patroon waarin de ander verwacht dat je vol tegen hem in zult gaan. Je doet bijna het tegenovergestelde, wat hem verrast. Het zet het brein aan het denken, wat de dino in zijn of haar brein langzaam aan de kant gaat schuiven (dino’s denken niet rationeel).

…En nog eentje, om het -indien nodig- helemaal af te maken:“Wat wil je dat ik doe?”

Nog zo’n paar toverwoorden op het gebied van ruzie oplossen. Houd dezelfde toon als in stap 3 aan en stel vragen, zodra de ander bedaard is.

Opnieuw: een patroon wordt onverwacht doorbroken. Je schiet niet in de verdediging, zegt niet dat alles wel goed komt, gaat niet nerveus van alles zitten babbelen en gaat ook niet vol in de aanval. Je stelt alleen een vraag: “Wat wil jij dat ik doe?”

Dr. Bernstein: “Je verplaatst de situatie van een aanval naar een bespreekbare situatie, een overleg. Op dat punt moet de ander stoppen met schreeuwen en starten met nadenken, weg van het dino-brein.”

Blijf in het vervolg van het gesprek vragen stellen. Probeer weg te blijven van verdedigingen (“Ja, maar ik deed het omdat…”) of aanvallen (“Ja, maar dat kwam omdat jij…). Het is altijd een rechtstreekse of een verkapte aanval – maar een aanval blijft een aanval, en doet de situatie escaleren in het dino-brein.

“Dé manier om slimmer met mensen te leren omgaan is om vragen te stellen. ‘Ask, don’t tell.’”

Conflicthanteringsstijlen

Domineren : de taart is van mij

Aanpassen: jij mag de taart

Samenwerken: allebei een halve taart

Vermijden: welke taart?

Welke conflicthanteringsstijl zag je?

1. vermijden
2. doordrukken
3. samenwerken
4. aanpassen

Op het loonbedrijf kan niet iedereen tegelijk met vakantie. Het bedrijf kan immers niet sluiten.
Kees boeit dat niets en boekt fijn een cruise van 4 weken over de Middellandse Zee. Pieter zou ook graag in die weken op vakantie willen, maar dat lukt niet nu Kees ook weg is. Pieter haalt zijn schouders op, denkt: jammer dan, en laat het maar zo zitten.
Pieter is aan het

1. Toegeven
2. Vermijden
3. Domineren
4. Samenwerken

De stijl van Kees is in het vorige voorbeeld

1. Toegeven
2. Vermijden
3. Domineren
4. Samenwerken

De baas van het loonbedrijf, Jeffrey, vind de jaarlijkse vakantieplanning altijd gezeur. Hij heeft er helemaal geen zin in om hier actie in te ondernemen en laat het maar voor wat het is. Wat je niet benoemd kun je ook geen conflict over krijgen toch?
Jeffrey is aan het

1. Toegeven
2. Vermijden
3. Domineren
4. Samenwerken

Hoe kun je escalatie van een conflict voorkomen?

- Bij het onderwerp blijven

- De tijd nemen voor de ander

- Openstaan en respect hebben voor de ander

- Actief naar de ander luisteren

- ik-boodschappen gebruiken

- Naar gezamenlijk belang zoeken

- Oplossingen zoeken die voor beide partijen redelijk zijn.

Lees hoofdstuk 2.5 en maak de bijbehorende vragen.