Autisme

VGZ
Nelleke 
KF2
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 32 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

VGZ
Nelleke 
KF2

Slide 1 - Slide

AUTISME SPECTRUM STOORNISSEN(ASS)

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Plan van aanpak 
  • Verdiepen in casus Nelleke en verdiepen in ontwikkelingsniveau Nelleke ( in groepje verdiepen in de casus, wie is Nelleke, wat moet je doen en dergelijke. 
  • Workshop; Autisme en seksueel misbruik, zorgplan bespreking
  • Vanmiddag verantwoording zorgleefplan/ verpleegplan 

Slide 3 - Slide

Autisme (ASS)
Ass= autisme spectrum stoornis

Autisme= Grieks woord voor “Autos” ( zelf betekent)
Een autist is zeer sterk in zich zelf gekeerd.
Autische stoornis gaat niet altijd gepaarAd met een verstandelijke handicap.

Slide 4 - Slide

Vormen van autisme (DSM5)
  • Vanuit de DSM 5 zullen alle vormen van autisme vallen onder de benaming Autisme Spectrum Stoornis (ASS) zoals: 
  • Klassiek Autisme  
  • Asperger  (Anders dan bij klassieke autisme is er op jonge leeftijd geen sprake van vertraging in de ontwikkeling van de taalvaardigheid. Ze hebben een normale of soms hoge intelligentie)
  • PDD-NOS ( Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified)  is een restcategorie van autismespectrumstoornissen (ASS).

Slide 5 - Slide

Centrale coherentie 
 Is het vermogen om losse prikkels samen te voegen tot een betekenisvol geheel.

Het verwerken en integreren van informatie is een essentiele voorwaarde voor dagelijks functioneren .



Slide 6 - Slide

Diagnose ASS
Er bestaat geen biomarker voor autisme, zoals een bloed- of dna-test. 
De diagnose wordt gesteld door een psychiater of een gz-psycholoog aan de hand van een aantal gedragskenmerken. Iedere persoon met autisme is anders.


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Klassiek autisme
We spreken van klassiek autisme wanneer er, voordat het kind 2 1/2 tot 3  jaar oud is, de volgende stoornissen zijn ontstaan:
  • Relatie- contactstoornissen
  • Communicatiestoornissen
  • Stoornissen in gedrag ( stereotiep gedrag)
  • Aan autisme verwante stoornis wordt meestal pas later duidelijk

Slide 10 - Slide

Kenmerken
Relatiestoornissen
  • Eenrichtingsverkeer, zoekt geen contact met anderen zelf op. Contact is een middel en geen doel.
Communicatiestoornissen 
  • Niet iedereen leert praten, vertraagde spraak en taalontwikkeling, ze zeggen geen ik maar zeggen: jij wil. 
  • Papegaaien, napraten, het praten is vaak vlak en mechanisch van geluid, eentonig
Stoornissen in gedrag
  • Alleen maar oog voor enkele voorwerpen, onderwerpen of activiteiten, geobsedeerd door draaide wieldoppen, lichtknopjes aan uit, wasmachines, wc, dashboard van de auto. 

Slide 11 - Slide

Opvallende zintuiglijke verschijnselen 
  • Blijven steken in de orale fase, sabbelen, likken aan voorwerpen, gebruik maken van reuk en tastzin. 
  • Prikkelverwerking verloopt anders dan bij ons, autist kan soms ook heel heftig reageren. Of reageren niet op pijn, of de dood van 1 van de ouders.
Opvallende motorische verschijnselen
  • Verschillende soorten bewegingen, sierlijk, stijf, houterig, stereotiep bewegingspatroon, wapperen, fladderen, wiegen


Slide 12 - Slide

Extreme, schijnbare onlogische angsten
  • Klampt zich angstvallig vast aan wat vertrouwd en bekend is. 
  • Kleine verandering kan grote angsten opleveren, ook driftbuien. 
  • Overdreven gehecht aan een touwtje, pop, blikje enz

Slide 13 - Slide

Ondersteunen 
  • Zorgen voor individualiteit, continuïteit 
  • Structuur en regelmaat.  
  • Voorspelbaarheid en overzichtelijk dagindeling met af en toe afwisseling voor de zv 
  • Zeg wat je doet en doe wat je zegt. 
  • Verandering brengt angst met zich mee, dus aankondigen is belangrijk 
  • Wel variatie is nodig, anders vervalt de autist in obsessies, rituelen, en dwangmatig gedrag. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Mensen met een verstandelijke handicap en een autisme
Mensen met een verstandelijke beperking heeft invloed op het cognitieve vermogen, ontvangen, verwerken van informatie, kennis.  
Dus als je de combinatie maakt dat er ook nog Austisich spectrum stoornis er bij komt, dan wordt het dubbel lastig. 
Dan is er nog meer problemen met verwerken van informatie. 

Bij ongeveer 80% van de mensen met klassiek autisme is naast het autisme sprake van een verstandelijke beperking of lage intelligentie.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Seksueel misbruik
  • Het vermoeden dat mensen met een verstandelijke beperking vaker slachtoffer zijn van seksueel misbruik (bestond al veel langer.) 
  • 61% van de vrouwen en 23% van de mannen met een verstandelijke beperking heeft een vorm van seksueel geweld meegemaakt.  
  • Bij vrouwen met een lichamelijke beperking is dit cijfer 35% en bij mannen 15%. 
  • De ernst varieert van een kwetsende aanraking  tot verkrachting. 

Slide 18 - Slide

Video seksueel misbruik  








Video over sexueel misbruik bij mensen met een verstandelijke beperking (start bij 6.03 tot 20.00)  (later kijken).

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Signalen van seksueel misbruik 
Medische Signalen: 
  • Onverklaarbare beschadigingen of bloedingen van vagina, penis of rectum
  •  Bloed, sperma van anderen in vagina of anus
Gedragssignalen:
  • De cliënt vertelt over misbruik (spontane onthulling of diclosure) 
  • Excessief masturberen 
Omgevingssignalen:
  • Gezingssignalen; eerder misbruik in een gezin of afgesloten/geisoleerde gezinnen
  • Instellingssignalen; gesloten/weinig transparantie naar buiten of niet professionele houding
  • Hulpverleners die een risico nemen; exclusieve relatie met client of verwarde relatie

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Planning vanmiddag L105
14.30 groep 3
14.50 groep 5
15.10 groep 4
15.30 groep 2
15.50 groep 1

Slide 23 - Slide

wat moet je nu doen?
We nemen 1 week voor de casus

1) Maak een zorgleefplan en verpleegplan voor Nelleke.

2) Schrijf een signaleringplan voor  Nelleke

3)Vanmiddag de verantwoording van het verpleegplan aan de vader van Nelleke. 

4) hier onder staat nog wat over het bespreken van een zorgleefplan (zelfstandig doornemen) 

Slide 24 - Slide

Bespreken van een zorgleef- begeleidingsplan 

Nelleke KF2

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide



Voorbereiden
  • Opstellen van een agenda
  • Formuleren van een verpleegprobleem


  • Welk verpleegprobleem is belangrijk


  • Formuleren van doelen


  • Kiezen van interventies


  • Rapporteren en evalueren 

Slide 27 - Slide

Verpleegprobleem 
  • Wat is de huidige situatie?  
  • Waar loopt Nelleke tegenaan?  
  • Hoe uit zich dat?  
  • Welk verpleegprobleem is van belangrijk?  

Slide 28 - Slide



Agenda



  • Maak een taakverdeling met je subgroepje. Zorg voor een evenredige taakverdeling.  

  • Stel een agenda op zodat Nelleke en moeder weten wat er wordt besproken.   

  • Pas indien nodig de communicatie aan. 

Slide 29 - Slide



Formuleren doelen





  • Stel doelen. Een aantal doelen kun je vooraf stellen maar denk aan samenwerking met Nelleke.  

  • Doelen zijn SMART.  

Slide 30 - Slide



Interventies 





  • Er zijn vooraf al interventies wat je kunt in gaan zetten .

  • Denk aan wat je de afgelopen periode hebt geleerd
    .

Slide 31 - Slide



Rapporteren 





  • Wat verwerk je in het zorgplan?  

  • Verwerk het gesprek, laat het controleren door de coach.  

Slide 32 - Slide