Vooroorlogse Jazz – van volkse muziek tot popmuziek
Slide 3 - Slide
New Orleans
1865
Jazz
Congo Square
Trommel, tamboerijn of een ander percussie-instrument
Zelfgemaakte instrumenten zoals een kazoo, rommelpot, wasbord of een bas gemaakt van een stok en een zeepkist.
Lege fles of kruik, er was de mondharp en uiteraard de banjo.
Slide 4 - Slide
New Orleans
Slide 5 - Slide
New Orleans
Slide 6 - Slide
Ragtime
Dansmuziek
Gespeeld op piano,
Gesyncopeerd ritme. De piano wordt hier een volledig orkest met een ritmische linkerhand die een strakke baspartij speelt en de rechterhand met de melodie die daar syncopisch tegen ingaat. Dit werd later ‘stride-piano’ genoemd.
4 delen van 16 maten.
Scott Joplin: ‘Maple Leaf Rag’ en ‘The Entertainer’.
Pianorollen en de ‘pianola’.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Dixieland
Dix: Frans voor briefje van tien dollar
Collectieve improvisatie
Muziek maken op gevoel
Tegenovergestelde van Europa
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Jazz
'Jive Your Ass'
Slide 13 - Slide
Louis Armstrong
Solistisch
Demper
Scheurende, glijdende, grommende en jammerende klanken
Hoge tonen niet luid en schel te spelen, maar zuiver en helder. Als zanger deed hij hetzelfde.
Scatten
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Bigbands
Meer muzikanten
Uitgeschreven arrangementen
Minder ruimte voor eigen interpretatie
Duke Ellington met: ‘It Don’t Mean A Thing’, ‘Take The A Train’, ‘Mood indigo’ en ‘Caravan’
Benny Goodman met: ‘Sing, Sing, Sing’.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
Rock'n Roll
Tin Pan Alley staat synoniem voor de popmuziek van voor de tweede wereldoorlog. Zij konden de uitdaging vanuit de jazz nog makkelijk tackelen. In de jaren 50 klopte een veel grotere uitdaging aan de poort: Rock’n Roll. Dat was de witte versie van zwarte R&B, vaak gespeeld door met mensen met een countryachtergrond. Daarom eerst iets over country, daarna komt de blues aan de beurt.