5-10 TV instaptoets H2 en TV 2.1 en 2.2

Welkom!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Check in:
Wat vind je het leukst om te doen?

Slide 2 - Open question

Programma
13.00    Check in

13.10   Instaptoets TV H2

13.30 Uitleg Taalverzorging (TV) 2.1 Persoonsvorm in de t.t. en 2.2 Persoonsvorm in de v.t.

14.15 Nederlands en actualiteit

14.45    Afsluiten lesdag


                                                                  

Slide 3 - Slide

timer
20:00
TV Instaptoets H2
KLAAR? Bekijk je resultaat

Slide 4 - Slide

Hoe goed ben je in werkwoordspelling?
0100

Slide 5 - Poll

De persoonsvorm is altijd een werkwoord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Zoek de persoonsvorm(en):
De sectretaresse noteert de afspraken die de directeur maakt.

Slide 7 - Open question

De pv in de t.t.
Je hoort of je een -t moet schrijven door het werkwoord te vervangen door een vorm van lopen.

Loop je?
Vind je?

Loopt je vriend?
Vindt je vriend?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wij stellen het op prijs als je zijn toets zo spoedig mogelijk beoordeel_ .
A
beoordeeld
B
beoordeelt
C
beoordeeldt

Slide 10 - Quiz

De student studeer_ hard voor zijn diploma.
A
studeert
B
studeerd
C
studeerdt

Slide 11 - Quiz

Vin_ je het een probleem om die toets nog even uit te stellen?
A
vind
B
vindt
C
vint

Slide 12 - Quiz

Aan de slag TV 2.1
TV 2.1: opdracht 2, 3 en 5


KLAAR?
Maak online de extra opdrachten

timer
15:00

Slide 13 - Slide

TV 2.2 De p.v. in de v.t. 
  • Sterke werkwoorden
De klinker verandert in de verleden tijd.

De directie vindt het een goed voorstel.
De directie vond het een goed voorstel.

             Verleden tijd: nooit -dt!!!



Slide 14 - Slide

De p.v. in de v.t. 







't sexy-fokschaap
  • Ik heb de hele dag geklust --> klussen: 's' hoort bij 't sexy-fokschaap, dus geklust
  • Ik heb op de deur gebonsd --> bonzen: 'z' hoort NIET bij 
        't sexy-fokschaap, dus gebonsd





Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat is de verleden tijd van het werkwoord verven?
ik ...
A
ik verfte
B
ik verfde

Slide 17 - Quiz

Wat is de verleden tijd van zweven?
Hij zweef....
A
zweefde
B
zweefte

Slide 18 - Quiz

Wat is de verleden tijd van raden.
Hij raad...
A
raade
B
raden
C
raadde
D
raadt

Slide 19 - Quiz

De verleden tijd van mixen is?
A
mixde
B
mixte

Slide 20 - Quiz

Aan de slag TV 2.2
Opdracht 1, 2, 3



KLAAR?
Maak de extra opdrachten

timer
15:00

Slide 21 - Slide

Nederlands en actualiteit

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Exit ticket
Pak een klein blaadje en vul in:

Ik .... (vinden) dat jij de opdracht goed ... (beantwoorden).


Slide 24 - Slide

tot de volgende les

Slide 25 - Slide