WI.2m.Thema09.les6(BXL)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Thema 9 : vergelijkingen

9.5 het omslagpunt

Leerdoelen

Aan het eind van deze les:

• weet je wat het omslag punt is
• weet je hoe je het omslag punt van 2 grafieken vindt
• weet je hoe je een vergelijking kunt opstellen waarmee je het omslag punt vindt
  

Vorige les: bordjesmethode + balansmethode

Los de volgende vergelijking op in je schrift:

40a + 15 = 30a + 25

40a + 15 = 30a + 25
wat doen we aan beide kanten?

Wat komt er onder de streep te staan?

Waar leggen we het bordje op?

Wat staat er op het bordje?

Volgende stap?

Laatste stap

40a+15=30a+25
a=...
(alleen het antwoord ter controle)

33. (in je schrift)

Bij Jelstra kun je waterfietsen huren. Het verhuurbedrijf werkt met 2 tarieven.

Tarief A: 6,5u = p

Tarief B: 10+2,5u=p

Hierbij is u het aantal uren en p de prijs in euro's.

a. Lamyae, Ouassima en Tirsa willen een waterfiets twee uur huren. Bereken met welk tarief ze het goedkoopst uit zijn.

Bereken tarief A en tarief B. Welke is het goedkoopst?

33. (antwoord)

Bij Jelstra kun je waterfietsen huren. Het verhuurbedrijf werkt met 2 tarieven.

Tarief A: 6,5u = p

Tarief B: 10+2,5u=p

Hierbij is u het aantal uren en p de prijs in euro's.

a. Lamyae, Ouassima en Tirsa willen een waterfiets twee uur huren. Bereken met welk tarief ze het goedkoopst uit zijn.

Tarief A: 6,5 x 2 = 13 euro

Tarief B: 10 + 2,5 x 2 = 15 euro

Tarief A is het goedkoopst

33. (in je schrift)

Bij Jelstra kun je waterfietsen huren. Het verhuurbedrijf werkt met 2 tarieven.

Tarief A: 6,5u = p

Tarief B: 10+2,5u=p

Hierbij is u het aantal uren en p de prijs in euro's.

b. Familie Jacobsen wil een waterfiets voor 4 uur huren. Bereken welk tarief dan het gunstigst is.

Bereken tarief A en tarief B. Welke is het goedkoopst?

33. (antwoord)

Bij Jelstra kun je waterfietsen huren. Het verhuurbedrijf werkt met 2 tarieven.

Tarief A: 6,5u = p

Tarief B: 10+2,5u=p

Hierbij is u het aantal uren en p de prijs in euro's.

b. Familie Jacobsen wil een waterfiets voor 4 uur huren. Bereken welk tarief dan het gunstigst is.

Tarief A: 6,5x4= 26 euro

Tarief B: 10+2,5x4= 20 euro

Tarief B is het goedkoopst

33. (in je schrift)

Bij Jelstra kun je waterfietsen huren. Het verhuurbedrijf werkt met 2 tarieven.

Tarief A: 6,5u = p

Tarief B: 10+2,5u=p

Hierbij is u het aantal uren en p de prijs in euro's.

c. Neem de tabel hieronder voor tarief B over en vul verder in

d. Maak ook een tabel voor tarief A.

33. (antwoord)

Bij Jelstra kun je waterfietsen huren. Het verhuurbedrijf werkt met 2 tarieven.

Tarief A: 6,5u = p

Tarief B: 10+2,5u=p

Hierbij is u het aantal uren en p de prijs in euro's.

Maak 34 in je schrift.

Denk aan: tekenen met geodriehoek en potlood.

Denk aan: nakijken met een andere kleur pen.

03:27

Welk tarief is tot het omslagpunt goedkoper?

1. Tarief A
2. Tarief B

35.

Ga naar wikiwijs 9.5

Maak 36 t/m 40

(link naar wikiwijs zit op de volgende slide)

https:

Wat vond je moeilijk of juist makkelijker? Is er iets dat je de volgende les anders gaat doen?

Hoe ging deze les?

Wat heb je
vandaag geleerd?