W15 NE 1G1 H6 Spelling les 1

Hallo allemaal!
Nieuwe week & nieuwe taak
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hallo allemaal!
Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 1 - Slide

Weektaak
  • Voor deze week zie je twee lessen in LessonUp staan.
  1. Les 1: uitleg en oefeningen van spelling H6
  2. Les 2: uitleg en oefeningen van leesvaardigheid H5
  • LessonUp les 1 is opgebouwd uit verschillende onderdelen.
  1. Huiswerk nakijken week 15 (Als je het niet online kon maken.)
  2. Oefening woordenschat
  3. Uitleg spelling H6 - werkwoorden
  4. Oefeningen maken in LessonUp
  5. Eindtaken spelling H6

Slide 2 - Slide

Opzet week 15 – 6 maart t/m 10 april
  • HW nakijken: kijk goed na!
  • Oefening woordenschat in LessonUp
  • Uitleg spelling
  1. Werkwoordsvormen en werkwoordstijden (blz. 186)
  • Basisoefeningen in de LessonUp
  • Eindtaken spelling H6
  1. De startopdracht en opdracht 1 t/m 3 (blz. 186 t/m 187) - Je kunt de opdrachten ook online maken.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Deze week leer je:
  • de verschillende werkwoordsvormen herkken en correct spellen.
  • de verschillende werkwoordstijden herkennen en benoemen.

Deze week oefen je:
  • met het correct schrijven van de werkwoordspelling.

Slide 4 - Slide

Maar eerst ...
even ontspannen met Mindfuck en een goed boek.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Huiswerk nakijken
Weektaken week 14

Slide 7 - Slide

Hoofdstuk 5

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 5

Slide 9 - Slide

Hoofdstuk 6

Slide 10 - Slide

Hoofdstuk 6

Slide 11 - Slide

Woordenschat
Je krijgt straks een opdracht met vijf woorden. Wanneer je de betekenis niet kent, moet je deze eerst zoeken in een woordenboek.

Slide 12 - Slide

Schrijf een grappig, zielig, serieus of gek verhaaltje met de volgende woorden: frustratie, nietsvermoedend, humane, gevild en werkstraf.

Slide 13 - Open question

Tijd voor spelling!

Slide 14 - Slide

Verschillende werkwoordsvormen
  • infinitief (inf) of hele werkwoord: lopen
  • persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt): (ik) loop, (jij/hij/zij) rent, (wij/jullie/zij) rennen 
  • persoonsvorm verleden tijd (pvvt): liep/liepen (sterk) - rende/renden (zwak)
  • voltooid deelwoord (vd): gelopen - gerend
  • onvoltooid deelwoord (od): lopend - rennend

Slide 15 - Slide

werkwoordsvormen
De leerlingen moeten naar huis rennen.
  • moesten = pvvt
  • rennen = infinitief
Schreeuwend stond de buurman voor mijn huis.
  • Schreeuwend = od
  • stond = pvvt
Ik heb een nieuwe laptop gekocht.
  • heb = pvtt
  • gekocht = vd

Slide 16 - Slide

Verschillende werkwoordstijden
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
  • Chaymae loopt naar school.
  1. werkwoordsvorm = loopt (pv)
  2. werkwoordstijd = (ott)
  • Mohamed rent naar de bus.
  1. werkwoordsvorm = rent (pv)
  2. werkwoordstijd = ott



Slide 17 - Slide

Verschillende werkwoordstijden
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
  • Chaymae is naar school gelopen.
  1. werkwoordsvorm = is (pv), gelopen (vd)
  2. werkwoordstijd = vtt
  • Lina heeft haar boeken gepakt.
  1. werkwoordsvorm = heeft (pv), gepakt (vd) 
  2. werkwoordstijd = vtt

Bij een voltooide tijd is de persoonsvorm een vorm van het werkwoord hebben of zijn. Verderop in de zin staat een voltooid deelwoord.

Slide 18 - Slide

Verschillende werkwoordstijden
Onvoltooid verleden tijd (ovt)
  • Chaymae liep naar school
  1. werkwoordsvorm = liep (pv)
  2. werkwoordstijd = ovt
  • Lina pakte haar boeken.
  1. werkwoordsvorm = pakt (pv)
  2. werkwoordstijd = ovt


Slide 19 - Slide

Verschillende werkwoordstijden
Voltooid verleden tijd (vvt)
  • Chaymae was naar school gelopen.
  1. werkwoordsvorm = was (pv), gelopen (vd)
  2. werkwoordstijd = vvt
  • Lina had haar boeken gepakt.
  1. werkwoordsvorm = had (pv), gepakt (vd) 
  2. werkwoordstijd = vvt

Bij een voltooide tijd is de persoonsvorm een vorm van het werkwoord hebben of zijn. Verderop in de zin staat een voltooid deelwoord.

Slide 20 - Slide

Welke werkwoordsvorm heeft het werkwoord tussen haakjes: Waarom hadden de opstandelingen deze beroemde beelden (gemaakt)?
A
infinitief
B
voltooid deelwoord
C
pvvt
D
onvoltooid deelwoord

Slide 21 - Quiz

Welke werkwoordsvorm heeft het werkwoord tussen haakjes: (Schreeuwend) over het veld is mijn broer naar de keeper gelopen.
A
infinitief
B
voltooid deelwoord
C
pvvt
D
onvoltooid deelwoord

Slide 22 - Quiz

Welke werkwoordsvorm heeft het werkwoord tussen haakjes: In deze loods (vernietigen) mannen in veiligheidskleding gevaarlijke chemicaliën.
A
infinitief
B
voltooid deelwoord
C
pvvt
D
pvtt

Slide 23 - Quiz

Wat is de werkwoordstijd in de zin: Waarom hadden de opstandelingen deze beroemde beelden (gemaakt)?
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 24 - Quiz

Wat is de werkwoordstijd in de zin: (Schreeuwend) over het veld is mijn broer naar de keeper gelopen.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 25 - Quiz

Welke werkwoordsvorm heeft het werkwoord tussen haakjes: In deze loods (vernietigen) mannen in veiligheidskleding gevaarlijke chemicaliën.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 26 - Quiz

Welke werkwoordsvorm heeft het werkwoord tussen haakjes: Hoelang hebben Theo en Ariadne eigenlijk verkering gehad?
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 27 - Quiz

Welke werkwoordsvorm heeft het werkwoord tussen haakjes: Altijd is Kortjakje ziek, midden in de week, maar 's zondags niet.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 28 - Quiz

Welke werkwoordsvorm heeft het werkwoord tussen haakjes: Tot eind 2015 is Sven op de tien kilometer jarenlang de snelste geweest.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 29 - Quiz

Welke werkwoordsvorm heeft het werkwoord tussen haakjes: Vorige week had Junus nog warme gebreide handschoenen.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 30 - Quiz

Welke werkwoordsvorm heeft het werkwoord tussen haakjes: Ach, had Junus die mooie warme handschoenen nu nog maar gehad.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 31 - Quiz

Nog meer uitleg?
Wil je nog meer uitleg? Bekijk dan rustig de onderstaande filmpje:

Slide 32 - Slide

Extra oefenen
Opdracht 1: alle werkwoordsvormen
Opdracht 3: puzzel werkwoorden

Handige sites: 

Slide 33 - Slide

Aan de slag
Hoofdstuk 6 spelling

  • Lees eerst de uitleg en bekijken het filmpje.
  • Maak opdracht 1 t/m 3.

Slide 34 - Slide

Maak een foto van de eindtaken spelling wanneer je deze niet online kunt maken.

Slide 35 - Open question

LessonUp les 1
Je hebt les 1 van LessonUp afgerond. Zorg dat je wel alle opdrachten hebt gemaakt.

Ga vervolgens naar les 2 van LessonUp. Hierin werk je aan leesvaardigheid.

Slide 36 - Slide