De kern van Burgerschap

De kern van burgerschap (vrijheid)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

De kern van burgerschap (vrijheid)

Slide 1 - Slide

Wat is vrijheid
  • Je kunt veel beslissingen zelf nemen
  • Je mag zeggen wat je wilt.
  • Je bent zelfstandig en onafhankelijk

Slide 2 - Slide

Wat betekend vrijheid voor jou?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

In welke wet staat dat er voor iedereen in Nederland de vrijheid meningsuiting geld?

Slide 5 - Open question

Betekend de vrijheid van meningsuiting dat je alles maar mag zeggen of zijn daar ook grenzen aan? (en zo ja wat mag dan niet?)

Slide 6 - Open question

Wat is voor jou de grens wat betreft de vrijheid van meningsuiting?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Respect voor elkaar hebben is belangrijk. Wat betekend respect voor jou?

Slide 9 - Open question

Rechten

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Je hebt twee soorten grondrechten. Welke zijn dat en geef van elk een voorbeeld.

Slide 12 - Open question

Mag de staat de grondrechten in bepaalde gevallen beperken en zo ja wanneer dan?

Slide 13 - Open question

Vind jij het belangrijk dat er grondrechten zijn? En waarom vind je dat belangrijk?

Slide 14 - Open question

Regels en wetten
  • Geven aan wat je in een bepaalde situatie mag of niet mag.
  • Zorgen voor veiligheid en orde.

Slide 15 - Slide

Regels en wetten
Waarde
Idee dat belangrijk wordt gevonden.
Bijvoorbeeld: veiligheid, gezondheid, eerlijkheid

Norm
Een ‘normale’ manier van doen.
Bijvoorbeeld: anderen niet in gevaar brengen, iemand begroeten, niet liegen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat hebben waarden, normen en regels met elkaar te maken?

Slide 18 - Slide

Wetten
  • Worden door de overheid opgesteld
  • Zijn vastgelegd in een wetboek.
  • Gelden voor iedereen
  • Beperken de vrijheid van burgers
  • Beschermen van burgers

Slide 19 - Slide

Wat als wetten en regels niet worden nageleefd?
  • Het recht van de sterkste
  • de overheid heeft geen gezag
  • Wetten en regels worden niet gehandhaafd
  • Burgers worden onderdrukt.

Slide 20 - Slide