B5.7+B5.8

Docent
Docent
Giel
Nieke
Lynn L.
Isa
Julia
Ramona
Bregje
Renske
Dirkje
Demi
Lynn van A.
Eline
Bente
Tess
Lisa
Juul
Patly
Senna
Layla
Emmely
Evyanne
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Docent
Docent
Giel
Nieke
Lynn L.
Isa
Julia
Ramona
Bregje
Renske
Dirkje
Demi
Lynn van A.
Eline
Bente
Tess
Lisa
Juul
Patly
Senna
Layla
Emmely
Evyanne

Slide 1 - Slide

B5.7+B5.8 Verschillende hormoonklieren

Slide 2 - Slide

Doel van de les: 

-Je kunt de werking beschrijven van de hormonen uit de : hypofyse, schildklier, eilandjes van Langerhans en bijnieren

Slide 3 - Slide

hormonen
Stoffen die de werking van andere organen beinvloeden
langzaam
langdurig
selectief

Slide 4 - Slide

let op

Slide 5 - Slide

hormoonstelsel


2 hypofyse
3 schildklier
5. bijnier
6. alvleesklier
7 eierstok
8. teelbal

Slide 6 - Slide

groeihormonen
de functies hypofyse
aanmaken groeihormoon
maakt hormoon dat de schildklier aan het werk zet
maakt hormonenen voor de geslachtorganen:
           teelbal: maakt sperma en geslachtshormonen
           eierstok: zorgt voor eicellen en geslachtshormonen
Zet ook 2 andere hormoonklieren aan het werk
de schildklier en de teelballen of eierstokken

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide



De schildklier
de schildklier
regelt de stofwisseling
de verbranding in de cellen

Slide 9 - Slide

Eilandjes van Langerhans

Slide 10 - Slide

er is teveel glucose!


Langerhans maakt : Insuline
glucose opslaan als glycogeen

Slide 11 - Slide

er is te weinig glucose!


Langerhans maakt glucagon!
Glycogeen wordt omgezet in glucose 

Slide 12 - Slide

Insuline 
glucose opslaan als  glucogeen in lever en spieren
glucogeen wordt vrijgemaakt als glucose
-
glucagon

Slide 13 - Slide

Diabetes of suikerziekte

Slide 14 - Slide

De bijnieren
adrenaline
gemaakt door de bijnieren
Glycogeen in de lever en de spieren wordt weer omgezet in glucose 
Super veel energie dus!
hartslag en ademhaling gaan omhoog

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

begrippen

hormonen
hormoonklieren
hypofyse
groeihormoon
schildklier
schildklierhormoon
eilandjes van langerhans
insuline
glycogeen'
glucagon
diabetes
bijnieren
adrenaline

Slide 18 - Slide

sleep de hormoonklieren naar de juiste plek
Teelbal
Hypofyse
Schildklier
Alvleesklier
Bijnieren

Slide 19 - Drag question


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 20 - Quiz

Waar bevindt zich de schildklier?
A
boven op de nieren
B
in de voortplantingsorganen
C
in de hals tegen de luchtpijp aan
D
in de alvleesklier

Slide 21 - Quiz

Welke hormoonklier is dit?
A
kleine hersenen
B
eilandjes van langerhands
C
hypofyse
D
schildklier

Slide 22 - Quiz

Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier?
A
adrenaline in je bloed
B
hoeveelheid suiker in je bloed
C
geven hormonen af
D
zorgen voor verbranding

Slide 23 - Quiz

Welke stoffen worden gemaakt in de Eilandjes van Langerhans die de bloedsuikerspiegel regelen?
A
Glycogeen en glucagon
B
Insuline en glycogeen
C
Insuline en glucagon
D
Insuline en glucose

Slide 24 - Quiz

Als de glucoseconcentratie in je bloed te laag is, wordt....
A
minder glucagon afgegeven
B
meer glucagon afgegeven
C
meer insuline afgegeven
D
minder insuline afgegeven

Slide 25 - Quiz

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 26 - Quiz

In welk van de aangegeven organen wordt adrenaline geproduceerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quiz

Alvleesklier
Glucose
Glycogeen
Insuline
Glucagon
Bloedsuikerpsiegel gaat omlaag
Bloedsuikerpsiegel gaat omhoog
Lever

Slide 28 - Drag question

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 29 - Quiz