De tijd van steden en staten:1. Er ontstaan steden met handel en stadsrechten.
2. Er ontstaan staten, bestuurd door koningen met een eigen taal, wetten en cultuur
vanaf het jaar 1000 verandert Europa langzaam, van een
landbouwsamenleving naar een
Landouwstedelijke samenleving.Overal langs rivieren en kuispunten van wegen verrijzen steden, waar burgers zelfstandig de stad besturen, handel drijven en ambachten uitoefenen.
Steden worden plekken waar de adel en geestelijkheid minder invloed hebben en burgers redelijk vrij hun eigen leven inrichten.
Er worden kerken, raadhuizen, stadmuren gebouwd,,
markt en feesten gehouden.
Steden stichten een eigen bestuur (schepenen, burgemeester) en spreken zelf recht (schout, rechtbank) .
De steden hebben een eigen politiemacht (schutterij) handel, ambacht nemen daar een hoge vlucht