Les 4

Weer & Klimaat
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Weer & Klimaat

Slide 1 - Slide

Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Check vorige les (5 min)
Nakijken werkboek (8 min)
Leerdoelen (2 min)
Opdrachten klimaatfactoren 1 tm 3 (15 min)
Uitleg klimaatfactoren 1 tm 3 (8 min)
Afsluiting + huiswerk (10 min) 

Slide 2 - Slide

Check vorige les
Je krijgt zo meteen 5 vragen te zien.

Noteer de antwoorden op de vragen op je wisbordje.

Tijd: 5 minuten

Slide 3 - Slide

Check
Op je wisbordje
Geef een beschrijving van de werking van de waterkringloop en gebruik daarbij alle woorden van de afbeelding. 

Zorg dat anderen jouw antwoord niet zien.

Slide 4 - Slide

Check
Op je wisbordje
a) Van welke kant komt de wind. Kies uit: noord, zuid, oost, west.
b) Aan welke kant van het gebergte ligt Santa Rosa? Kies uit: loef of lijzijde.
c) Aan welke kant van het gebergte ligt Santa Rosa? Kies uit: loef of lijzijde.
d) Leg uit waarom er bij Reno nauwelijks neerslag valt.

Zorg dat anderen jouw antwoorden niet zien.

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen wat er met het begrip 'klimaat' wordt bedoelt;
2. de eerste drie van de vijf klimaatfactoren uitleggen en toepassen;
- Uitleggen en toepassen 'breedteligging'
- Uitleggen en toepassen 'hoogteligging'
- Uitleg en toepassen 'gesteldheid van het aardoppervlak' 

Slide 6 - Slide

Aan het werk- groep 1

Wat: 
- Werkblad breedteligging 
(zet de plaatsen van warm naar koud)
- Werkblad hoogteligging -> temp van de plaatsen A tm F
(0 meter = 36 graden, 5000 meter is 6 graden)
- Werkblad gesteldheid aardoppervlak
- Noteer op elke werkblad over welke klimaatfactor de opdracht gaat!

Hoe: alleen (binnen de groep van 3) 

Hulp: groepsgenoten 

Tijd: 15 minuten

Klaar: Werkboek 1.2 vraag 1 + 4 + 5


Aan het werk- groep 2

Wat: 
- Werkblad breedteligging 
(zet de plaatsen van warm naar koud)
- Werkblad hoogteligging -> temp van de plaatsen A tm F
(0 meter = 36 graden, 5000 meter is 6 graden)
- Werkblad gesteldheid aardoppervlak
- Noteer op elke werkblad over welke klimaatfactor de opdracht gaat!

Hoe: met de groep 

Hulp: docent + groepsgenoten + paragraaf 1.2

Tijd: 15 minuten

Klaar: Werkboek 1.2 vraag 1 + 4 + 5
timer
15:00

Slide 7 - Slide

Klimaten op aarde
Klimaat = het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Klimaat gaat alleen over temperatuur en over neerslag en alleen over zomer en winter!

Slide 8 - Slide

Klimaatfactoren
Er zijn 5 klimaatfactoren en die bepalen het klimaat van een land/ gebied ->

  1. breedteligging
  2. hoogteligging
  3. gesteldheid van het aardoppervlak
  4. afstand tot de zee
  5. windrichting

Slide 9 - Slide

Breedteligging
Temperatuur ->
Ver van de evenaar af (hoge breedte) = koud
Dicht bij de evenaar (lage breedte) = warm

Slide 10 - Slide

Hoogteligging
Elke 1000 meter die je omhoog gaat daalt de temperatuur 6 graden.

Dus 0 meter = 10 graden, dan geldt ->
1000 meter = 4 graden (1 x 6 graden kouder)
2000 meter = -2 graden (2 x 6 graden kouder)
3000 meter = -8 graden (3 x 6 graden kouder)
enzovoort

Gebergten hebben ook invloed op de neerslag. Dat hebben we de vorige les geleerd!




Slide 11 - Slide

Gesteldheid van het aardoppervlak
Plekken met veel asfalt, beton en steen zijn vaak iets warmer -> steden.

Plekken met veel gras, bomen of water zijn vaak iets koeler
-> landelijke gebieden.

Dit gaat over temperatuur. 

Maar bedenk: warmer is ook meer verdamping. Die waterdamp stijgt op, koelt af, condenseert en leidt tot neerslag.
Dus in de iets warmere steden regent het ook iets meer!

Slide 12 - Slide

Afronding
Wat heb je geleerd?
Hoe heb je meegedaan?
Huiswerk

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen wat er met het begrip 'klimaat' wordt bedoelt;
2. de vijf klimaatfactoren noemen en uitleggen;
3. de vijf klimaatfactoren indelen in factoren die invloed hebben op de temperatuur en factoren die invloed hebben op de neerslag.

Slide 14 - Slide

Waar is het het warmst?
A
Barrow
B
Las Vegas
C
Beiden zijn even warm
D
Dat kun je met behulp van deze kaart niet zeggen.

Slide 15 - Quiz

Schrijf het antwoord op je wisbordje

Slide 16 - Slide

Schrijf het antwoord op je wisbordje

Slide 17 - Slide

Hoe heb ik deze les meegedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Huiswerk
Leren les 4
Lezen paragraaf 1.2
Maken paragraaf 1.2 vraag 1 + 4 + 5

Slide 19 - Slide