Examentraining 3

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel

Je kunt onderscheid maken tussen weerleggingen en tegenargumenten.

Je kunt onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten.

Slide 2 - Slide

Lesindeling

Herhaling standpunten en argumenten

Argumenten, tegenargumenten en weerleggingen

Maken opdracht 3 t/m 5

Afsluiting

Slide 3 - Slide

Standpunten en argumenten
De meeste politici zijn niet te vertrouwen, dus ik ga in de toekomst niet meer stemmen.
Ik vind dat prostitutie niet gelegaliseerd moet worden, want veel vrouwen worden ertoe gedwongen.

Slide 4 - Slide

Wat valt je op?

De meeste politici zijn niet te vertrouwen (argument), dus ik ga in de toekomst niet meer stemmen (standpunt).

Ik vind dat prostitutie niet gelegaliseerd moet worden (standpunt), want veel vrouwen worden ertoe gedwongen (argument).

Slide 5 - Slide

Feitelijke en waarderende argumenten
Feitelijke argumenten zijn feitelijke uitspraken.
Waarderende argumenten zijn waarderende uitspraken en geven aan dat iets (on)wenselijk, (on)gepast, goed of slecht, mooi of lelijk is. 

Slide 6 - Slide

Tegenargumenten en weerleggingen
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt; met een weerlegging ontkracht je een argument. 

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Ik wil niet meer naar Italie op vakantie (standpunt), want je kunt er in restaurants nauwelijks vegetarische gerechten krijgen (argument).
Wat een onzin: de Italiaanse keuken is juist beroemd om zijn groente- en kaasschotels (weerlegging).

Slide 8 - Slide

Aan het werk
Opdracht 3, 4 en 5

Klaar? Lezen

Slide 9 - Slide

Afsluiting
Roken bekort het leven met acht jaar.
Roken moet helemaal verboden worden.
Mensen moeten zelf weten of ze roken of niet.


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video